Rollercoaster aan hervormingen zorgt voor ongerustheid in de Brusselse inschakelingssector.

De oproep tot kandidaatstelling voor de toekenning van een mandaat voor het realiseren van een sociaal inschakelingsprogramma en de uitoefening van een opdracht van diensten van algemeen belang werd op 2 maart 2020 gepubliceerd. Het mandaataanvraagformulier indienen kan tot en met 14 april om middernacht. Meer info.

FeBISP en FeBIO schreven op 20 februari 2020 een brief aan het Kabinet Clerfayt. Wij vragen samen garanties, meer financiële zekerheid en de tijdige uitbetaling van de voorschotten in het kader van het gloednieuwe mandaat inschakeling van de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap.

FeBIO hekelt sinds mei 2019 een gebrek aan overgangsmaatregelen, onder meer voor de doelgroepgeco’s. Die tellen (net zoals Activa en duaal lerenden met een arbeidscontract) niet meer mee in het kader van het mandaat inschakeling voor de financiering van de omkadering. Vooral kleine structuren zijn in dit opzicht kwetsbaar. Er waren zo een 36,75 doelgroepgeco’s VTE bij onze leden. Die personen moeten hun traject kunnen uitdoen als doelpubliek (dat was 4 jaar in PIOW). Men moet de organisaties tijd geven om zich aan te passen, het doelpubliek op peil te houden en de financiële consequenties van de nieuwe regelgeving te neutraliseren.

Het overgangsjaar 2020 waarin een aantal Brusselse hervormingen samen effectief worden vraagt om soepelheid! Enkel inschakelingscontracten (geco’s), Artikel 60 en inschakelingsbanen (nieuwe benaming voor de oude SINE- of DSP-contracten) tellen mee voor financiering van de omkadering als doelpubliek in het kader van het mandaat inschakeling. De mate van subsidiëring van de verschillende types contracten verschilt.

Nieuwe inschakelingscontracten zijn momenteel niet te verkrijgen.

De nieuwe inschakelingsbanen (een bijkomend contingent aan transitiebanen en inschakelingsbanen voor de houders van een mandaat inschakeling in het kader van de Ordonnantie Tewerkstellingssteun) zijn pas vanaf januari 2021 beschikbaar. Hier kan men in 2020 geen gebruik van maken om het doelpubliek te stabiliseren (en de financiering). De oude DSP- en SINE- contracten worden omgezet in inschakelingsbanen. Er is een gebrekkige afstemming qua timing tussen de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap en het mandaat inschakeling met de Ordonnantie Tewerkstellingssteun. Er blijven nog vele praktische vragen rond de nieuwe inschakelingsbanen open.

Daarnaast voelt de sector de financiële impact van de Ordonnantie en Besluiten Artikel 60 op de OCMW’s. Deze derde hervorming, vertaalt zich in vertraging in het eerste kwartaal van 2020 van de toeleiding van Artikel 60’ers naar de inschakelingssector. Die verloopt moeizaam. Er is het gegeven dat steeds hogere bedragen voor ‘betalende’ Artikel 60 gevraagd worden (eerst lag het gemiddelde hiervan volgens de OCMW’s zelf op zo’n 350 euro/per maand). Die bedragen stijgen soms tot meer dan 1000 euro per maand. Het contingent van beschikbare contracten verhoogde niet, maar dit type contract is momenteel vrijwel de enige mogelijkheid voor de organisaties en er is meer nood aan.

Het Besluit Artikel 60 van 23 mei 2019 heeft impact: Hoofdstuk 3 : Tussenkomst door externe gebruikers in kosten in verband met de inschakelingsbetrekking. Er zijn 3 Artikels (8, 9 en 10) rond facturatieregels. De basisregel van Artikel 8 betreft dat de gebruiker het verschil betaalt tussen jaarlijkse loonkost en subsidie (met RSZ). Er lopen discussies met het Kabinet over die doorfacturatie door de OCMW’s van reële loonkost met of zonder RSZ voor sociale economie. De nieuwe regelgeving impliceert nieuwe kostenverhogingen en veranderingen voor de OCMW’s. Artikel 9 geeft gedeeltelijke vrijstelling enkel voor organisaties met een sociaal doel, instellingen erkend als sociale onderneming. Bij lagere bedragen voor betalende Artikel 60 passen de OCMW’s kosten bij. Wat hen aanzet tot voorzichtigheid en een impactonderzoek noodzakelijk maakt. Het OCMW kan een korting op de sociale lasten krijgen als er investering is in begeleiding, maar moet die investeringen in opleiding bewijzen of acties aantonen. Er zijn nieuwe formaliteiten (bilans, competentieverwervingsplannen) in de maak. De opleidings- en begeleidingsvereisten nemen toe.

FeBIO vraagt om de gecombineerde impact van bovenvermelde hervormingen op de inschakelingssector te monitoren, te evalueren en bij te sturen, Meer stabiliteit en rechtszekerheid is nodig.