Vraag van FeBIO naar uitbreiding in te dienen SOCECO-kosten

Nota met vraag uitbreiding in te dienen kosten SOCECO-contracten

De nota van FeBIO met de vraag voor uitbreiding van de toegestane in te dienen kosten (ook naar kosten arbeidsongevallenverzekering, woon-werkverkeer…) vertrok op 19/12/2022 naar minister Clerfayt. Hopelijk volgt er een gunstige beslissing opdat het beschikbare SOCECO-budget voor 2022 en in de toekomst optimaal benut kan worden.

Historiek toewijzingscriteria DSP (tewerkstellingssteun) en toegang PC 329 sociale ondernemingen

Daarnaast herleven er discussies over de toewijzingscriteria van de SOCECO’s. In de oude Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap van 2004 was er een wettelijke verankering van de toegang tot PC 329 via een federaal protocolakkoord met 6 criteria (maar dit werd voor de nieuwe ordonnantie Sociaal Ondernemerschap nog niet geactualiseerd in overleg tussen het Kabinet Clerfayt en de federale regering).

Dit protocolakkoord (PROTOCOLE ENTRE LA MINISTRE FÉDÉRALE DE L’EMPLOI ET LES MINISTRES RÉGIONAUX ET COMMUNAUTAIRES EN MATIÈRE DE LA COMMISSION PARITAIRE COMPÉTENTE POUR L’ÉCONOMIE SOCIALE D’INSERTION, LE LOKALE DIENSTENECONOMIE (LDE), LES INITIATIVES LOCALES de DÉVELOPPEMENT de l’EMPLOI (ILDE) ET LES INITIATIVES DE DÉVELOPPEMENT DE L’EMPLOI DANS LE SECTEUR DES SERVICES DE PROXIMITÉ Â FINALITÉ SOCIALE (IDESS)) regelde de toegang tot het PC 329.

Reeds bij de invoering van de Ordonnantie van 2004 zijn de PIOW-organisaties vragende partij om aan te sluiten bij het paritair Comité 329 van de socioculturele sector. De reden hiervoor is dat de hoofdactiviteit die zij uitvoeren, socio-professionele inschakeling, een specifieke eigenheid heeft die vraagt om een gemeenschappelijk kader, ook wat betreft loon- en arbeidsvoorwaarden.

Het Hof van Cassatie[1] bepaalt dat het ressort van het paritair comité wordt in beginsel bepaald door de hoofdactiviteit van de betrokken onderneming, tenzij uit het oprichtingsbesluit een ander criterium blijkt, zoals de gewone of normale activiteit van de onderneming”. De  hoofdactiviteit is de activiteit die het bestaan van de onderneming rechtvaardigt en die niet kan worden uitbesteed zonder de aard van de onderneming te wijzingen.

Binnen de NAR is de discussie over de toewijzing van de sociale economie in verschillende adviezen aan bod gekomen. In 2010 was er een verdeeld advies over de plaats van de LDE (Vlaanderen), IDESS (Wallonië) en ILDE/PIOW (Brussel). Het was niet expliciet duidelijk tot welk PC deze organisaties behoorden omwille van conflicterende adviezen vanuit de rechtspraak en de FOD WASO. Het resultaat was onzekerheid bij werkgevers en hoge kosten door retro-actieve omschakelingen van paritair comité. De federale overheid is hieraan tegemoet gekomen door in het Koninklijk Besluit van 30 december 2014 het bevoegdheidsgebied van PC 329.00 te wijzigen met volgende aanvulling:


[1] Cass. 24 december 1990, Cass. 9 september 1991, Cass. 22 december 2003, Cass. 14 mei 2007

In uitvoering van het interministerieel protocol van akkoord inzake het bevoegde PC voor de sociale inschakelingseconomie van 22/4/2014, werd de bevoegdheidsomschrijving van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector nr 329 uitgebreid tot “14/1. de diensten erkend door de Gewestelijke of Gemeenschapsoverheid als initiatieven inzake de sociale inschakelingseconomie, op voorwaarde dat deze diensten over een regionale of gemeenschappelijke attestering beschikken.

Concreet betekent dit dat de uitbreiding van het bevoegdheidsgebied enkel betrekking heeft op de ondernemingen die erkend zijn als initiatieven in de sociale inschakelingseconomie (o.a. toen de PIOW (Plaatselijke initiatieven voor de werkgelegenheid) en die bovendien beschikken over een attest uitgereikt door de autoriteit van de deelstaten op basis van de in het interministerieel protocol van 22 april 2014 vastgestelde criteria en gecontroleerd door de Gewesten en de Gemeenschappen, en uitgezonderd de activiteiten die ressorteren onder de paritaire (sub)comités 318.01, 318.02, 331 en 332.

Noodzaak actualisering wettelijk kader

FeBIO plaatst deze noodzaak aan een sluitende wettelijke regeling die nog niet aangepast werd aan het nieuwe Brusselse Ordonannantiekader Sociale Economie en inschakelingsondernemingen terug op de agenda.  Het akkoord identificeerde helder de ondernemingen die als hoofdactiviteit inschakeling hadden (60% doelpubliek, inschakelingsplan onderneming voor doorstroom, eisen rond minimale omkaderingsnorm, accent op de persoon en niet op de economische activiteit, economische activiteit zonder marktverstoring, activiteiten die zich inschrijven in een normaal marktfunctioneren of complementair aanbod, sociale begeleiding naast professionele begeleiding,…) wat indertijd recht gaf op de DSP-posten (die ondertussen omgezet werden naar de SOCECO-posten overstappremie 33).  Een niet helemaal sluitend wettelijke kader verzwakt de juridische positie van de organisaties.