
Duur Artikel 60 contracten in de toekomst: kort of lang?
Carlo Caldarini, socio-economist, voormalig verantwoordelijke van de studiedienst van het OCMW van Schaarbeek, gaf een presentatie tijdens de studiedag van Brulocalis op 14 mei 2025 en schrijft “Deze hervorming zou grote veranderingen teweeg kunnen brengen, zowel voor werkzoekenden als voor de OCMW’s. Hoewel het officiële doel is om een snelle terugkeer naar werk te stimuleren, dreigt ze paradoxaal genoeg de bestaande inschakelingsmaatregelen te verzwakken en de druk op de OCMW’s te verhogen.De OCMW’s zullen niet alleen een groter aantal rechthebbenden moeten opvangen, maar ook hun belangrijkste instrument voor inschakeling in moeilijkheden zien komen.
Als de contracten van artikel 60 tot vijf jaar moeten worden verlengd om toegang tot de werkloosheidsuitkering te garanderen, zal dit het beheer van de OCMW’s aanzienlijk verzwaren en hun capaciteit beperken om kansen te bieden aan andere begunstigden. Omgekeerd, als de contracten kort blijven, dreigen de betrokken personen in een herhalende cyclus van uitsluiting en herinschakeling in de werkloosheid en sociale hulp terecht te komen, zonder uitzicht op stabiel werk…..Willen we echt duurzame inschakeling bevorderen, of verplaatsen we het probleem gewoon door het aantal uitsluitingen te vermenigvuldigen? Een grondige evaluatie en aanpassing van het inschakelingsbeleid van de OCMW’s lijkt onmisbaar vóór enige definitieve uitvoering”.
Wat na de hervoming met de interpretatie van de duurtijd?
.“Volgens de momenteel geldende bepalingen moet een OCMW, wanneer het een persoon tewerkstelt in het kader van artikel 60 §7, dit doen voor ‘de duur die nodig is voor de betrokken persoon om volledig recht te krijgen op sociale uitkeringen’.”
Maar wat zou er met deze regel gebeuren na deze hervorming?
- Zouden OCMW-begunstigden automatisch recht hebben op een jaar werkloosheidsuitkering na een jaar werk?”
- Is de regering van plan de toegang tot de werkloosheid voor deze werknemers te versnellen… om hen vervolgens een jaar later uit te sluiten, waardoor ze terug naar het OCMW worden gestuurd?
- Of moeten de contracten van artikel 60 voortaan tot vijf jaar worden verlengd, zodat de rechthebbende “volledig recht kan krijgen op sociale uitkeringen”? .1
Ook FeBIO vraagt antwoorden op deze pertinente vragen (deze tekening2 illustreert het gebrek aan duurzaamheid, een vicieuze cirkel). Dat anderhalf jaar een absoluut minimum is voor Artikel 60-contracten indien men de opleidingstrajecten overeind wil houden, horen we nu al van leden. De sociale ondernemingen riskeren sterkere profielen te selecteren…
We zijn beducht voor meer onbedoelde neveneffecten. De huidige onzekerheid verklaart mogelijk dat OCMW’s van de gemeenten Ukkel, Schaarbeek, Sint-Lambrechts Woluwe en Molenbeek aankondigen weldra in de zomer te stoppen met de vervanging van artikel 60 vermeerderde toelage contracten sociale economie. De budgetten zijn op, klinkt het. Vervanging vraagt normaal niet meer budget…
Beperk de Brusselse werkloosheid, niet de uitkering.
Als werken een plicht en een recht is, moet het voldoende aanbod aan jobs voor iedereen er wel zijn. Het is een oude filosofische discussie….”Werk, in de mate dat dit sociaal noodzakelijk is, is een verplichting voor alle gezonde individuen, maar hun inkomen zou enkel mogen afhangen van hun bereidheid tot werken, en mag niet stoppen, voor welke reden ook, als hun diensten tijdelijk onnodig zijn”. 3
In Brussel staan de kortgeschoolden al tientallen jaren aan de kant. Het is een leger ‘economisch overbodigen’. Het beleid faalt. 1 Vacature voor 10 laaggeschoolde kandidaten. Er groeit in de hoofdstad stilaan een gedeeld inzicht dat dit experiment zijn oorspronkelijke doelen voorbijschiet. De hervorming is een aangekondigde sociale catastrofe waarop het werkveld zich, ellebogen in elkaar, voorbereid.
Vergeet de Brusselse sociale economie niet.
Het is niet ok dat een groeiende groep mensen (waaronder jongeren en ouderen…) ‘waardeloos’ bevonden wordt op een reguliere arbeidsmarkt die alsmaar hogere eisen stelt. De scheve situatie schreewt om sociale correcties. Resoluut kiezen voor duurzame inschakeling is de boodschap.
Investeer fors in jobs in sociale economie. Kerntaak van de Brusselse sociale inschakelingsondernemingen, is het maximaliseren van tewerkstelling voor kansengroepen. En daarbij realiseert men maatschappelijke meerwaarde (buurtrestaurants, kringwinkels, fietsherstelling, thuishulp, duurzame renovatie van scholen en woningen, stadslandbouw…)! Mensen leren die jobs voornamelijk op de werkvloer, maar hebben een inkomen. Brussel kent geen grote maatwerkbedrijven, geen langdurige tewerkstelling in sociale economie (behoudens doelgroepgeco’s). Die subsidies zijn investeringen in mensen. Middelen die in de plaats komen van een uitkering, en die de koopkracht van de armste bevolking versterken.
Meer werkgelegenheid, meer duurzame jobs voor laaggeschoolden in de reguliere arbeidsmarkt is in Brussel helaas niet direct te verwachten. Brusselaars toeleiden naar de Vlaamse sociale economie voor maatwerkbedrijven is een piste. Algemeen moet je ook de randvoorwaarden zoals werk- en pendeltijden, vervoerskosten, kinderopvang en fiscaliteit gaan bekijken. Gesubsidieerde arbeid, Artikel 60, aangepast, herdacht, geherwaardeerd, ….en andere tewerkstellingsstatuten blijven hard nodig.
- Bron: presentatie studiedag Brulocalis, mei 2025, auteur C. Caldarini_Effets de la limitation des allocations de chômage.pdf. ↩︎
- HERVORMING VAN DE WERKLOOSHEIDSUITKERING – Het einde van de inschakelingsjob (art. 60, §7)? – Carlo CALDARINI ↩︎
- Bertrand Russel, In Praise of Idleness, 1935. ↩︎