Extra middelen voor sociale economie in het verschiet?

Het regeerakkoord vermeldt een transfert i.v.m. tewerkstelling van werklozen, voor mensen met een erkende arbeidshandicap in sociale economie, te verdelen over de regio’s. We zien nieuwe middelen graag komen.

Maar de definities die men in Wallonië en Brussel, Vlaanderen gebruikt verschillen. Het gaat naar verluid vooral over PC 327 maatwerkbedrijven en beschutte werkplaatsen. Vergeet niet dat in Brussel beschutte werkplaatsen en maatwerkbedrijven (voormalige sociale werkplaatsen) niet gefusioneerd zijn!  Brussel kent gemandateerde inschakelingsondernemingen (die veelal in PC 329 of in sectorale Paritaire Comité’s zitten) en beschutte werkplaatsen (PC327).

Brussel moet meer geld krijgen, voor zowel de inschakelingsondernemingen als de beschutte werkplaatsen. Er zou een verdeelsleutel mogelijk zijn in verhouding bijvoorbeeld tot het aantal te activeren personen in de regio’s (gebruik van objectieve indicatoren lijkt aangewezen…).

Brussel wordt proportioneel immers veel zwaarder getroffen door de hervorming van de werkloosheid. In de Raad van ministers van 16 juni op federaal niveau is werden bedragen gevalideerd (50 miljoen in 26 en 27 – 25 miljoen in 28 et 29), Overleg is uiteraard ook nodig over hoe precies die extra middelen dan best besteed worden in Brussel.

Vijf punten voor Brussel

Inschatting aantallen

De inschatting van de aantallen/profielen getroffenen door uitsluiting voor Brussel blijft giswerk zonder veel wetenschappelijke basis. Wat opvalt is dat de impact erg verschilt in Brussel waar de langdurige werklozen 59% van het aantal vergoede werklozen betreft (38% in Vlaanderen en 47% in Wallonie (RVA interactieve statistiek 2024)). De consensus in het Brussels werkveld over de noodzaak van de spreiding van de invoering van de hervorming in Brussel, al is het maar uit angst om chaos te vermijden, is een feit.

Nood aan nieuwe tewerkstellingsmaatregelen in Brussel?

In tegenstelling tot Vlaanderen heeft Brussel mogelijk wel nieuwe tewerkstellingsmaatregelen nodig in sociale economie (maar daarom nog geen samenlevingsjobs…). Er werd in de statuten geschrapt die meetellen voor het mandaat inschakeling. De inschakelingscontracten voor jongeren werden stopgezet. Misschien kunnen bestaande, goedwerkende maatregelen (er is momenteel enkel SOCECO en Artikel 60,…) aangepast worden? Hebben de Brusselse experten een opinie? Wat is in deze context een ultiem jobaanbod, een passende betrekking? En voor wie precies?

Sociale economie = deel oplossing !

Sociale economie kan ook in Brussel het recht op werk realiseren voor een deel van de personen die hun werkloosheidsuitkering verliezen– die ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt. Goed natuurlijk dat er een groeiend draagvlak is voor sociale economie. Tegelijkertijd wordt de schaalvergroting van de sociale economie in Brussel een enorme uitdaging want het Brussels beleid heeft kleine organisaties altijd gestimuleerd.

Het nut en gebruik van indicering

Experten beaamden het belang van een vlotte en snelle indicering voor Vlaanderen. In Brussel worden die instrumenten zoals ICF-inschaling minder gebruikt. De vele kleine Brusselse OCMW’s opleiden om zoiets te doen, zonder Actiris, is misschien een denkpiste, gezien de groeiende rol van lokale besturen inzake werk en activering. Maar is dat efficiënt? En hoe zit het eigenlijk met die taakverdeling Actiris /Plaatselijke Besturen, wie neemt hier de leiding? Voor meer toeleiding van doelgroep uit Brussel naar Vlaamse maatwerkbedrijven is vlotte indicering nuttig.

Een snelle, correcte bemiddeling, vragen naar transparantie rond beleid Artikel 60 !

Voor wie nog onvoldoende rechten opbouwde, kan de werkloosheidsuitkering al na 1 jaar worden stopgezet, bij anderen kan dat tot maximum 2 jaar. Het coalitieakkoord maakte geen onderscheid volgens leeftijd. Nu zijn er voor Artikel 60 drie leeftijdsgroepen. Wat gebeurt er met de duur van die Artikel 60 contracten in Brussel, vraagt FeBIO zich af? Lange duur (5 jaar) betekent waarschijnlijk meer beheerskosten voor het OCMW en kansen voor minder mensen. Korte duur (1 jaar) resulteert in een kortere cirkel voor de begunstigden zonder echt uitzicht op werk. Transparantie over het beleid van de 19 autonome OCMW’s betreft de vervangingen van Artikel 60-posten die nu plaatsvinden is cruciaal naar het jaareinde van 2025 toe en ontbreekt. Continuïteit is voor de sociale inschakelingsondernemingen van levensbelang! FeBIO vangt signalen op dat OCMW’s van Schaarbeek, Molenbeek, Ukkel en Dilbeek de vervangingen Artikel 60 vermeerderde toelage momenteel stopzetten.