
Een interessant verslag werd gepresenteerd tijdens een Adviesraad SO in oktober 2025, en bevat een aantal kerndata. Zo waren er op 1 juni 2025 162 sociale ondernemingen erkend. En telde men 124 gemandateerde inschakelings-ondernemingen in 2025. In 2025 kwam het totaalbedrag aan jaarlijkse compensaties toegekend aan de gemandateerde ondernemingen na toepassing van het indexeringsmechanisme in januari 2025 uit op 17.963.463,03 EUR. Het herzieningsmechanisme werd in 2025 niet toegepast. In 2025 hebben de gefinancierde inschakelingsprogramma’s het mogelijk gemaakt 1.802 VTE’s doelgroepwerknemers te begeleiden. En er was een daadwerkelijke invullingsgraad van meer dan 91%. In 2024 waren er 572,21 VTE’s werknemers als begeleider tewerkgesteld. Verhouding tussen de doelgroep-VTE’s en de begeleiders-VTE’s ligt op 3,3 gepland.
So far so good. Een doeltreffende hefboom van sociale inschakeling moet zijn veerkracht en diversiteit ook in de toekomst behouden, bedenkt FeBIO.
Algemene conclusie.
Na 6 jaar blijkt dat de ordonnantie van 23 juli 2018 een doeltreffende hefboom is voor de ontwikkeling van het sociaaleconomische weefsel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de tewerkstelling van Brusselaars. Er is een prijskaartje. De spending review in 2024 onderzocht twee aspecten van de financiering van de sociale economie:
De relevantie ervan: die staat vast.
De erkende en gemandateerde sociale ondernemingen dragen bij aan het gewestelijke werkgelegenheidsbeleid. Ze bereiken een kwetsbaar publiek op de arbeidsmarkt. Gelet op de hervorming van de werkloosheid, lijkt het essentieel om alle bestaande hefbomen te behouden die beroepsinschakeling toelaten. Het federale regeerakkoord voor 2025-2029 vermeldt trouwens jobs in de sociale economie als een geprivilegieerd instrument om werknemers te begeleiden die het moeilijk hebben (personen met handicap inbegrepen). De gemandateerde sociale ondernemingen zijn bevoorrechte partners van Actiris en de OCMW’s voor de werkloosheidshervorming, verwacht in januari 2026. De gewestelijke uitgaven en zelfs de federale financiële compensatie vermeld in het federale regeerakkoord voor 2025-2029, zouden toelaten om op korte termijn de inzet en financiering van GSIO’s en dus feitelijk ook de (her)intrede op de arbeidsmarkt van de doelgroep te garanderen.
Dit momentum laat toe mogelijkheden te analyseren voor een paradigmaverschuiving wat het huidige doelpubliek betreft. Is het haalbaar om de definitie en aanpak van socioprofessionele handicap over een andere boeg te gooien, met inspiratie van maatwerkbedrijven; of doelpubliek voor de sociale ondernemingen open te stellen voor andere categorieën zoals langdurig zieken en/of werkzoekenden sinds meer dan een jaar.
Voor meer duurzaamheid, de stijging van de uitgaven van het mandaat inschakeling onder controle houden…
Het zou dus aangewezen zijn de compensaties als volgt te wijzigen:
- Voorzien in een gesloten budgettaire enveloppe met een oproep tot kandidaatstelling om de 5 jaar om de begroting te controleren en de administratieve kosten te beperken (in tegenstelling tot de huidige situatie met jaarlijkse oproep tot kandidaatstelling), zonder beperking van de budgettaire enveloppe.
- De selectiewijze van de inschakelingsprogramma’s herzien om de kwaliteit van de inschakeling te verbeteren en de administratieve last te verminderen. Om dit te bereiken worden de minimumvoorwaarden voor het indienen van een kandidatuurdossier herzien en worden er vergoedingen toegekend aan de beste inschakelingsprogramma’s, die door een jury worden gerangschikt op basis van kwaliteitscriteria voor de dossiers.
- De berekening van vergoedingen en hun bedragen aanpassen om de incentives voor de organisaties te veranderen.
De doeltreffendheid ervan:
Laat deze financiering toe de opgelegde doelstellingen te bereiken inzake de inschakeling en begeleiding van de doelgroep? De spending review beveelt aan de informatie te verbeteren (in termen van verwezenlijkingen, resultaten en controle), met het oog op een beter begrip an de maatregel in de toekomst.
Dit vereist een herziening van de regelgeving, om:
- de realisaties te kunnen meten dankzij de ontwikkeling van een interne opvolgingstool bij BEW met verfijning van de verzamelde gegevens, met name over de banen en de begeleiders; de resultaten van het systeem te kunnen evalueren op basis van een analyse van de profielen van de doelgroepwerknemers en hun opvolging na uitstroom, via een partnerschap met view.brussels, het Brussels Observatorium voor Werkgelegenheid en Opleiding binnen Actiris;
- de controle op dubbele subsidiëring voor een vergelijkbare opdracht te kunnen automatiseren door kruiscontroles uit te voeren tussen databases van verschillende administraties (van het gewest en de gemeenschappen, met inbegrip van Europese fondsen) die mogelijk subsidies verlenen voor een vergelijkbare opdracht.
- Deze prioritaire hervormingen hebben geen budgettaire gevolgen voor de uitgaven, maar zouden de werkdruk binnen BEW verhogen. Om dit te kunnen verwerken zonder hiervoor extra middelen binnen BEW nodig te hebben, wordt aanbevolen om bepaalde hervormingen ook goed te keuren onder de paraplu van de administratieve vereenvoudiging, kwestie van de efficiëntie van het beleid te verbeteren.
FeBIO wijst op risico’s van hervormingen ingegeven door besparingsdrang.
Besparingen zijn hervormingen die niet noodzakelijk efficient zijn, bedenken we bij de analyse. De voorstellen houden risico’s in voor de veerkracht en diversiteit van de sector. De mogelijkheden voor paradigmaverschuivingen, dient men immers te bestuderen binnen de specifieke realiteit van de Brusselse arbeidsmarkt, de profielen en het wettelijk kader sociale economie (waar in tegendeel tot in Vlaanderen geen langdurige tewerkstelling mogelijk is…). Verbetering nastreven van de analyse en data is noodzakelijk en al langer een werkpunt van de Brusselse overheid. Doeltreffendheid van het mandaat in twijfel trekken of dubbele financiering insinueren terwijl de data en ckecks van de overheid ontbreken is niet erg correct. Er is immers al veel controle. Kwaliteitscriteria zijn zowel kwantitatief en kwalitatief (en gaan over meer dan doorstroom). Inhoudelijk hierover consensus bewerkstelligen is een verrijkend proces van professionalisering maar vereist middelen voor eventuele operationalisatie en een breder ideologisch debat met het werkveld.
Bron administratie BEW : Statistisch verslag over de tenuitvoerlegging van de ordonnantie van 23 juli 2018 met betrekking tot de erkenning en de ondersteuning van de sociale ondernemingen – Artikel 23, oktober 2025.