Werken moet meer lonen, in het politieke debat weerklinkt één bedrag: 500 euro.
Partijen zijn het erover eens dat werken meer moet lonen, maar de remedies verschillen sterk. Bijna altijd is er 500 euro verschil zeggen experts…Professor socio-economisch beleid Ive Marx en zijn collega’s berekenden voor verschillende gezinssituaties wat het maandelijks oplevert om te gaan werken in vergelijking met wanneer je een leefloon of langdurig een werkloosheidsuitkering krijgt. De studie ‘Progressieve tewerkstelling in diverse uitkeringsstelsels’, is verhelderend voor de analyse van het loonaspect, een vergelijking tussen inkomens bij werkloosheid en werkenden, rekening houdend met de degressieve uitkering van de werkloosheid.
“Ze houden dus geen rekening met bijkomende kosten of voordelen die wegvallen, maar ook niet met voordelen die je krijgt als je gaat werken. Marx is stellig in zijn conclusie: “Politici creëren het beeld dat werken niet loont in België, maar dat klopt niet”, zegt hij. “Het is bij hoge uitzondering en in een specifiek scenario dat gaan werken niet voor extra inkomen zorgt.”
Bij voltijds werken is het verschil bij een eenoudergezin het kleinst. Wanneer je kinderen ten laste hebt, liggen de uitkeringen namelijk hoger. Gaan werken levert dan 404 euro extra op in vergelijking met een leefloon.
Voor koppels zonder kinderen waarbij één iemand een job heeft, loopt dat verschil op tot 600 euro. Bij tweeverdieners met kinderen is het verschil tussen inkomen uit werk of uit een langdurige werkloosheidsuitkering bijna het dubbele, 1.174 euro.
Opgelet: de bedragen in verband met werkloosheidsuitkering gaan over het bedrag dat je krijgt na 4 jaar werkloosheid. Voor mensen die minder lang inactief zijn, is het verschil tussen werken en niet werken kleiner.
Er zijn ook scenario’s waarin werken wel degelijk niet loont. Als alleenstaande ouder kost halftijds gaan werken je geld in plaats van dat het je oplevert. Het minimumloon in dat geval ligt ongeveer 450 euro lager dan de werkloosheidsuitkering. Ook een éénverdienerskoppel verliest in dat scenario inkomen.
Al is de vraag hoe vaak die situatie in de praktijk voorkomt. In het geval je als werkloze deeltijds aan de slag gaat, kan je een zogenoemde inkomensgarantie-uitkering aanvragen. Die zorgt ervoor dat je totale inkomen niet onder de werkloosheidsuitkering ligt.” (VRT, 22 mei 2024)
FeBIO denkt dat je het debat niet tot loon mag reduceren.
Werk moet zinvol zijn, structuur bieden, vooral voor mensen die het moeilijk hebben of tijdelijk niet mee kunnen. Gezinsleven, beroepssituatie en arbeidsverdeling tussen partners spelen mee. Vrouwen besteden meer tijd aan onbetaalde arbeid en het huishouden of zorgtaken en hebben niet evenveel vrije tijd als mannen. Ook op huishoudelijke arbeid en kinderopvang kan men immers een geldwaarde plakken. Die geldwaarde verschilt bovendien per gezinstype. De 2 laagste inkomensgroepen boetten bij de hoge inflatie het laatste jaar (vanaf maart 2023), -6,4 % voor de laagste en -2,7% voor de tweede laagste groep aan koopkracht in…(DS Infografiek, bron universiteit Gent, 27 mei 2024). Dat motiveert niemand aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Individuele objectieve arbeidssituatie en gezinssituatie hangt samen met subjectieve houdingen en attitudes. Waarden en verwachtingen passen zich aan aan de objectieve situatie.
Het niet in rekening brengen van het mogelijk verlies aan allerlei sociale voordelen, kinderopvang, huurinterventies in een Brussel met torenhoge huurprijzen geeft een onvolledig beeld. Het is misleidend. Sociale voordelen zijn er niet enkel voor leefloners en uitkeringsgerechtigden, ook voor lage inkomens. Dat klopt, maar er is nood aan transparantie over het eventueel verlies.
Schrik om al je sociale voordelen te verliezen zodra je een job aanneemt, is rationeel gedrag. Dat moest al lang aangepakt zijn, want er is een algemene consensus over. (Ive Marx in De Tijd, Is uw koopkracht gedaald? Nee, maar de gemiddelde Belg bestaat niet. 4/5/2024).
Zowel de huidige Vlaamse als federale regering had in haar regeerakkoord beloofd die sociale voordelen niet langer afhankelijk te maken van het statuut, maar van het inkomen. Maar dat is er niet van gekomen. Blijkbaar is de reden dat het te complex is voor de administraties. Een 1 of een 0 is makkelijker te kruisen met de databanken van pakweg De Lijn of de watermaatschappij dan inkomenscategorieën. Dat is een gemiste kans, want nu verlies je alles vanaf de eerste dag dat je gaat werken, wat niet zo is in Scandinavische landen.’ Stijn Baert, ook in De Tijd, Is uw koopkracht gedaald? Nee, maar de gemiddelde Belg bestaat niet. 4/5/2024.
Motiveer. Het behoud van bepaalde voordelen voor lage inkomens is een stimulans, net als hogere minimumlonen.
Andere motiverende factoren zijn of het werk intrinsiek als motiverend wordt ervaren, de sociale contacten, of men kan groeien in de job, promotiekansen en dergelijke. Verschillen in die objectieve posities, verklaren de mentaliteit.
Speciaal omdat er door de mismatch van de reguliere Brusselse arbeidsmarkt zo’n structureel deficiet is aan jobs voor laaggeschoolden, biedt tijdelijke en langdurige tewerkstelling in combinatie met opleiding voor mensen ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’ in de sociale economie kansen. Aangepaste jobcreatie is nodig. In activiteiten van de sociale economie zoals fietsherstelling, kringwinkels en herstel of recyclage van goederen, thuis-poetshulp of bouw en renovatie brengt dit bovendien grote maatschappelijke meerwaarde. Een kosten-baten analyse voor deze investeringen door de overheid in gesubsidieerde arbeid in sociale economie, zoals de Vlaamse Federatie HERWIN maakt is vandaag niet beschikbaar voor Brussel, maar zou men kunnen maken.
Ive Marx spreekt zich in de pers verder positief uit over de inkorting van de duur van de werkloosheid, om symbolische redenen, hoewel die historisch laag ligt in Vlaanderen. Financiering van de sociale zekerheid was het objectief. Meer sociale bijdragen was het doel, daarvoor moest de werkzaamheidsgraad omhoog. Maar dat komt er niet door veel uitzonderingsregimes, zoals flexi-jobs, en bepaalde lastenverlagingen voor werkgevers.
In Brussel voerden de Christelijke vakbond, en werklozen op 3 juni 2024 actie met spandoeken voor de zetel van de MR. Zij klagen het voorstel voor de beperking van de werkloosheid in de tijd aan. Meer armoede, meer mensen naar de OCMW’s duwen en stigmatisering is geen oplossing. Heel veel deeltijdarbeid, tijdelijke uitzendcontracten en in Brussel ook zwartwerk,… vertekenen bovendien de statistieken over werk.