Kafkaiaanse miserie…
Onderstaande situatieschetsen illustreren de kafkaiaanse miserie van zij die in Brussel vandaag afhankelijk zijn van een uitkering en een uitbetalingsinstelling. FeBIO alerteert de overheid en vraagt deze instellingen om dringende actie te ondernemen om de uitbetalingen van uitkeringen (werkloosheid, leeflonen, bijpassingen…) te versnellen, meer middelen in te zetten/te vragen om de traditionele eerstelijns dienstverlening tijdens deze coronacrisis te versterken. De namen zijn fictief, we verzamelden de voorbeelden bij onze leden.
De 43-jarige Ayana, een alleenstaande vrouw van Afrikaanse afkomst, die al 8 jaar in België is, werkte in een horecaproject met een Artikel 60-contract van het OCMW van Ukkel. Sinds de verplichte horecasluiting, liet het OCMW voor haar geen functieverandering toe, want zoiets vereiste een nieuw dossier dat terug voor de OCMW-commissie moest passeren. Technische werkloosheid werd niet aanvaard. Bij elk Brussels OCMW verschilt wat wel of niet kan. Ayana moest opnieuw het bestaansminimum aanvragen. Dat liep mis. Sinds november kreeg ze geen uitkering noch een salaris. De consulent van het OCMW was met vakantie. De inschakelingsonderneming contacteerde het OCMW, en Ayana kreeg van het OCMW een voedselpakket en 90 euro mee. Later volgde een afspraak met een sociaalassistent. Vanaf 15 januari is zij terug in dienst bij het horecaproject van de inschakelingsorganisatie. Van haar huiseigenaar bekwam ze gelukkig uitstel van betaling voor de huur zolang zij nog op achterstallige uitkeringen wacht.
Abdul Raza verloor voor de coronacrisis zijn job en presteert een opzeggingstermijn tot half november 2020. Voor de crisis vernam hij dat hij op dat ogenblik contact moest opnemen met de vakbond. Hij is jammergenoeg analfabeet en digibeet. Telefonisch krijgt hij niemand aan de lijn. De begeleidingstijd bij één van onze organisaties gaat integraal naar het in orde brengen van zijn dossier. Midden februari ontving hij nog geen uitkering.
Jozef krijgt na een carrière van 10 jaar bij dezelfde werkgever in juni 2020 zijn ontslag en ontvangt laattijdig in september de C4 van zijn voormalige werkgever. Deze stuurt hij onmiddellijk ondertekend samen met het inschrijvingsbewijs als werkzoekende door naar zijn vakbond. Geen reactie. In november komt Jozef in begeleiding en meldt zijn probleem. Meermaals stuurt de begeleider zijn documenten door, zonder gevolg. Na twee maanden volgt dit lakonieke bericht: ‘Het dossier wordt in de kortst mogelijke tijd behandeld, gelieve niet meer op deze mail te antwoorden’. Hij ontving na 6 maanden nog steeds geen uitkering.
Nabila stopt in het begin van de crisis een opleiding wegens persoonlijke redenen en ontvangt haar C91. De duur van de opleiding wordt door de crisis verlengd en eindigt officieel in september. Vanaf dan stopt haar uitkering. Na lang over-en-weer-gemail blijkt formulier C91 verkeerd gedateerd. Nabila zat bijna 3 maanden zonder uitkering.
Paul aanvaardde in oktober een deeltijdse betrekking en vraagt een inkomensgarantie aan voor de niet gepresteerde uren. Alle nodige documenten worden onmiddellijk doorgestuurd. Paul ontving 4 maanden later nog steeds niets. Dit ontmoedigt mensen om deeltijdse betrekkingen te aanvaarden.
Twee collega’s bij organisatie X vertellen met tranen in de ogen dat zij van september tot december geen aanvullende premie van de vakbond ontvingen. In 2020 startten zij met een DSP-contract, Fatima startte op 1 augustus 2020, Najat op 1 oktober. De alleenstaande moeders wonen in Schaarbeek. Ze overleefden met het deel dat de organisatie betaalde, minder dan 900 euro per maand. Het overige deel van de premie krijgt men normaal via de vakbond. Tot nu toe ontvingen zij nog steeds niet al het geld. Vruchteloos blijven begeleiders bellen en mailen, ze worden vrijgesteld om tijdens de werkuren mee naar de vakbond te gaan. De organisatie gaf Najat een voorschot om voort te kunnen (en om zich in te schrijven voor een cursus Nederlands).
Bij de uitstroombegeleiding van Latifa (55 jaar) die eind januari 2021 haar contract als thuishelpster beëindigde, komt de reactie van de vakbond heel laat toe. Latifa bezorgde via het algemene e-mailadres de documenten aan de vakbond. Na 2 weken volgt een automatisch antwoord waarin zij haar vragen opnieuw die documenten te bezorgen…Dan raadt men aan nog maar eens een papieren versie van de documenten in de bus te steken.
Sommigen die in januari en februari met een SOECO-contract (nieuwe inschakelingsbanen in het kader van de sociale economie) startten, ontvingen van hun vakbond formulieren voorzien voor werkende werkzoekenden! Formulieren die dienen voor een tijdelijke of interim-opdracht. Het kan niet de bedoeling zijn dat medewerkers in een SOECO-contract iedere maand een rapport over hun maandelijkse prestaties aan de vakbond bezorgen?! Eens zij een kopie van hun arbeidscontract voorleggen, zou men ze 2 jaar met rust moeten laten…Bijkomende nota’s en brieven zijn vereist opdat de collega’s ongehinderd met het werkervaringstraject kunnen doorgaan…
Een trajectbegeleidster: Het inschakelingscontract van Youssef liep ten einde op 10 maart 2020. Ik vulde de week daarop alle papieren in met de betrokkene en stuurde die rechtstreeks naar de HVW ( Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen ) via post en mail. Een maand later is er geen uitkering noch bericht. Ik belde zeker 20 keer, maar kreeg nooit iemand vast. Bij de RVA kreeg ik antwoord. Blijkbaar ontvingen ze de documenten niet, ik stuur een nieuwe mail naar de HVW. Drie weken later vernamen we dat hij nog een document moest tekenen. Weer een maand zonder uitkering. Dan ontbreekt er een formulier. Ik vraag een tijdelijk leefloon aan bij het OCMW wat drie weken in beslag neemt. Youssef ontving zijn werkloosheidsuitkering begin september, bijna 6 maanden later!
Een maatschappelijk assistent van een OCMW vertelt: ‘het OCMW geeft momenteel heel veel voorschotten omdat mensen lang op hun werkloosheidsuitkering moeten wachten door de slechte werking van de vakbonden. Vorig jaar was er een aanvraag voor werkloosheidsuitkering in maart of april die PAS in DECEMBER werd uitbetaald. Intussen geven we een leefloon om die periode te overbruggen’.
Een trajectbegeleidster: Mohammed signaleert in november 2020 dat hij zijn leefloon voor oktober niet ontving. Ik informeer bij het OCMW en leg uit dat Mohammed zijn huishuur en facturen niet meer kan betalen. Kon dit met hoogdringendheid behandeld worden? De medewerkster ziet dat het dossier geblokkeerd staat en ‘vernieuwd’ moet worden, maar dat er nog geen Raad ingepland stond. Ze wist niet wanneer die doorging. Hij zou niet naar een afspraak van het OCMW geweest zijn en dat zou de reden van blokkering zijn. Onwaarschijnlijk tenzij het om miscommunicatie ging. Mohammed komt zijn afspraken na, was geen dag afwezig en verwittigt indien hij naar een afspraak van het OCMW moet. Het leefloon voor november bleef uit, pas eind december volgt de betaling. Er passeerde toen al minstens 1 Raad waar zijn dossier niet behandeld werd. Begin december mocht hij een bon voor voedselpakket afhalen bij het OCMW, na lang aandringen! Mohammed ervaarde enorme stress en ondervond concentratieproblemen op het werk.
De wanhoop groeit. De materiële en psychische gevolgen worden onoverzienbaar.
Wat een gigantisch verlies aan tijd, energie en geld dat niet naar de echte begeleiding naar werk of opleiding gaat. De moeilijke bereikbaarheid van diensten is een algemeen probleem. In deze voorbeelden is er nog ondersteuning, maar veel Brusselse burgers staan er alleen voor. De allerzwaksten hebben weinig of geen financiële reserves. Achter die situaties gaan talloze persoonlijke drama’s schuil. Mensen verliezen bijvoorbeeld hun huis.
De echte prioriteit nummer 1 volgens FeBIO: De meest kwetsbare huishoudens ondersteunen. Het levenspeil van de meest fragiele bevolking op peil houden. Daar moet men de resultaatverbintenis aan koppelen voor die uitbetalingsinstellingen in deze tijden, om een economische recessie zonder weerga te proberen vermijden. Om zoveel mogelijk mensen hun uitkeringen te laten behouden, nieuwe uitkeringen zo snel mogelijk uit te betalen, op een soepele manier en zo lang als nodig.
Als je de situatieschetsen leest voelt het alsof men “the polar night of icy darkness” binnentreedt, om Max Weber, die de gevaren van bureaucratie en rationalisering, goed inschatte, te citeren.
De vaak ’telewerkende’ medewerkers van uitbetalingsinstellingen en grote administraties zijn kleine radertjes in een machine, die onderhevig is aan een versnelde digitalisering. Het rationele domineert. Al die regeltjes, handelingen naleven resulteert in meer koude afstandelijkheid. Met één vinkje in de computer blokkeert men een dossier. Men kijkt van langsom minder recht in de ogen van de mensen die men plotsklaps in diepe ellende stort. Men vergeet waarden en rechten. Er is vooral doelgerichtheid. In theorie, want door corona draait de overbelaste administratieve molen makkelijker vierkant. Men concentreert zich op de uitvoering van de opgedragen taken, zonder veel nadenken over de consequenties.
Het blindelings laten doorgaan van betalingen van uitkeringen voor de allerzwaksten is in deze crisisperiode van groot belang om later een veelvoud van uitgaven te vermijden. Eens mensen dakloos zijn, of kinderen een tijdje zonder deftige maaltijden school volgen om maar iets te noemen, wordt het alsmaar moeilijker en duurder om zo’n gezinnen terug uit dit drijfzand van uitzichtloze armoede te halen. Men gaat licht voorbij aan de persoonlijke ellende van de slachtoffers die in deze situaties buiten alle proportie is. Men vergeet wat economen aanbevelen. De politiek moet krachtdadig ingrijpen.
Wat te doen? Respecteer gelijke rechten ! Versnel die uitbetalingen van uitkeringen! Versterk de traditionele eerstelijns dienstverlening!
Eén van onze leden merkt op: ‘Alle Brusselse OCMW ’s zouden dezelfde lijn moeten volgen. Sommige mensen komen niet werken en krijgen een uitkering, anderen moeten het bestaansminimum aanvragen, er zijn die op economische werkloosheid gezet worden, sommigen hebben sinds november 0 euro ontvangen’.
‘Waar blijft op die manier het recht op gelijke behandeling in een gelijk statuut van bijvoorbeeld Artikel 60’ers?’ vraagt FeBIO zich af.
FeBIO vraagt aan de Brusselse overheid en de uitbetalingsinstellingen transparante cijfers. Hoeveel mensen speelden hun uitkering (werkloosheid, bestaansminimum,…) kwijt tijdens de coronacrisis en om welke redenen? Wat is het volume van de vertragingen in die uitbetalingen? Breng de oorzaken in kaart, start een dringend verbetertraject en voorzie de nodige middelen.
Pas de regelgeving rond werkloosheid of ziekteverzekering aan en niet alleen de formulieren maar vooral ook het taalgebruik. Vereenvoudig, zorg voor vertalingen. Wie hooggeschoold en mediawijs is begrijpt het vaak al niet.
Wees inclusief. Ga soepel om met verschillende communicatiekanalen in deze tijden. Behandel de mails die binnenkomen op een algemeen of een verkeerd mailadres toch…Plaats menselijkheid boven regeltjes en procedures. Zes maanden zonder uitkering zitten, omdat er een formulier ontbreekt, dat men al drie keer bezorgd heeft. Het kan iedereen overkomen en die situatie betekent een groot onrecht.
Installeer terugbeldiensten. Waar men boodschappen en telefoonnummers kan achterlaten. Met kwaliteitscontrole. Iedereen wordt binnen de X dagen teruggebeld door een bevoegd persoon en er is follow-up. Investeer in klantvriendelijkheid en monitoring.
Investeer in die traditionele eerstelijns dienstverlening, met bereikbare loketten en meer veilige fysieke contactmomenten voor de allerzwaksten.