De Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap passeerde in de regering in derde lezing

De derde lezing van de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap vond op 22 februari 2018 plaats in de regering en er wordt gewacht met het versturen van deze versie naar het parlement tot er concensus is over de indicatoren in het besluit.

FeBIO, FeBISP en de vakbonden kregen midden februari de gelegenheid om hun opmerkingen bij de derde lezing van de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap aan het Kabinet te geven. FeBIO  vroeg naar de terugkoppeling aan de sector van de testresultaten van de nieuwe procedure erkenning als sociale organisatie. Een aantal van onze organisaties had zich voor deze eerste test, georganiseerd in het kader van de werkgroepen Ordonnantie, opgegeven. Het is opportuun dat zo’n test op een degelijke manier wordt uitgevoerd, per type organisatie, en volgens de belangrijkste criteria, nieuwe procedures.  Er komt op verzoek van de Federaties nu een tweede test met de organisaties van de definitieve erkenningscriteria als sociale organisaties op basis van het uitvoeringsbesluit voor de eerste lezing hiervan. Dat is positief.  Het is belangrijk te weten welk type van organisatie het risico loopt de test voor de erkenning niet te passeren en waarom.

FeBIO noteerde dat

-Er in maart (of april) een nota door het Kabinet zal voorgesteld worden met verduidelijkingen over de Ordonnantie Tewerkstellingssteun, die de link legt met de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap en uitsluitsel geeft over de aantallen DSP’ers en SINE’s, het type structuren en de betrokken projecten. In deze nota wil men de situatie van de totale omkadering, enerzijds verbonden met de DSP’ers -GECO’s en anderzijds de omkadering voorzien in de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap op een coherente manier samen bekijken. Er blijven immers veel vragen open, de bedragen van de subsidie, de totale financiële impact van de operatie en de aantallen betrokken werknemers. Dat men start met het luik tewerkstellingsmaatregelen samen te bekijken is positief.

-Het Kabinet meewerkt aan een oplossing voor het probleem van de toewijzing van het PC 329, om de toegang tot dit PC voor die organisaties met hoofdactiviteit inschakeling te blijven verzekeren. De Brusselse overheid neemt contact op met de Federale overheid om de wijziging van het KB mogelijk te maken (PIOW-benaming vervangen door ‘mandaat inschakeling’). Men neemt in het commentaar van de Artikelen, Artikel 15  van de nieuwe Ordonnantie een verwijzing naar het Interministerieel Protocolakkoord inzake het bevoegde paritaire comité voor de PIOW’s op. Dat is positief.

-De ‘economisch levensvatbare activiteit’, zoals vermeld in Artikel 8 (Commentaire des articles) 2de paragraaf is in overeenkomst met de letter en de geest van de Ordonnantie… Men verzekerde ons ervan dat men geen organisaties wil uitsluiten. Een sterke nadruk op economische rentabiliteit, commerciële inkomsten zal dus niet geoperationaliseerd worden in de uitvoeringsbesluiten. Ook organisaties die bijna volledig werken met subsidies van verschillende overheden en/of volledig gericht zijn op sociale dienstverlening kunnen worden erkend.

-De notie ‘afstand tot de arbeid’ met betrekking tot de doelgroep, en kansarm en heel kansarm (een referentie naar het Europees wetgevend kader) uit het voorontwerp 2de lezing, p7, Artikel 14 paragraaf 2 (en commentaar) die bij FeBIO vragen opriep over de definitie van de doelgroep, over hoe men die afstand inschat, verdween uit de teksten van de derde lezing. Hiermee weten we vandaag nog niet of er iets aan het doelgroepenbeleid van Actiris wijzigt. Dit beleid is gelinkt met de Ordonnantie Tewerkstellingssteun.

Het Kabinet nam er nota van dat FeBIO, FeBISP en de vakbonden de loonspanning van 1 op 4 voor de sociale economie een belangrijk principieel criterium vinden. In het ‘Commentaar van artikelen, Artikel 5’,  werd ruimte gemaakt om bij het bepalen van de loonspanning rekening te houden met de grootte van de onderneming, om de stijging van het aantal human resources niet te verhinderen en met het oog op de economische en sociale doelstelling. Deze discussie rond loonspanning moet voortgezet worden in het kader van de uitvoeringsbesluiten.