Aftrap mandaat inschakeling

De onderhandelingen over het Besluit Mandaat Inschakeling van de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap zijn gestart. Tijd voor reflectie.

Instroom en uitstroom doelgroepmedewerkers en aandacht voor mobiliteit

Bij de instroom- en uitstroombegeleiding van de projecten zien we dat de bemiddelaars nu al een positieve rol spelen. We stelden vast dat bij de inschakelingcontracten voor jongeren de toeleiding door Actiris maar moeizaam op gang kwam. Ondertussen evalueerde men en het kader en de voorwaarden voor recrutering bleken te beperkt. Naar verwachting stuurt men bij. Nieuwe begeleidingsinitiatieven die men neemt moeten aansluiting vinden bij de Dienst Link van Actiris en bij wat al bestaat in Brussel. Een meer sectorspecifieke uitstroombegeleiding vormt een meerwaarde.

Hier situeert zich tevens de problematiek van inschaling en identificatie van de zwakke en van de heel zwakke werknemers. De kans bestaat dat zoiets nodig blijkt in Brussel in de context van de naleving van de Europese regelgeving rond SDAEB (sociale diensten van algemeen economisch belang, dat zijn vertaling vindt in het mandaat inschakeling van de Ordonnantie Sociaal Ondernemerschap). We kennen het Vlaams voorbeeld, de zogenaamde ‘ICF-inschaling’ door VDAB waarbij men zwakke en hele zwakke werknemers onderscheidt voor de toeleiding naar de sociale economie. Zo’n toeleiding in het kader van het mandaat inschakeling kan in Brussel gebeuren op basis van objectieve profielkenmerken van werkzoekenden en leefloners. Niet stigmatiserend!

De geplande professionele doorstroommeting op basis van Kruispuntbankdata door het Brussels Observatorium van doelgroepmedewerkers naar de reguliere arbeidsmarkt en naar opleiding vinden we uitermate interessant. Let wel, het succes van doorstroom is tevens een functie van de kenmerken van de arbeidsmarkt. Onze organisaties kunnen enkel op hun inspanningen beoordeeld worden, we zijn een factor met een beperkt effect.

FeBIO vraagt extra aandacht voor de financiering van mobiliteitsoplossingen (ondersteuning rijbewijs behalen, fietsabonnementen, elektrische fietsen) voor het doelpubliek. Er bestaat een onderbenut potentieel voor laaggeschoolde Brusselaars om werk te vinden in Vlaanderen.

Specificiteit van werkervaring erkennen

De inschakelingsondernemingen willen het recht behouden om zelf de pedagogiek, opleidingsplannen, de invulling van de sociale en professionele begeleiding te bepalen en om eigen of bestaande methodieken voor evaluatie of validatie van competenties te ontwikkelen en te hanteren. Omkadering is veel meer dan het overbrengen van professionele kennis. De begeleiding betreft basisvorming, welzijn, motivatie en arbeidsattitutes, de sociaal culturele context en de randvoorwaarden (kinderopvang, huisvesting,…). Een duidelijke afbakening van de begrippen lijkt opportuun.

Inschakelingsorganisaties zijn geen opleidingsinstellingen, maar werken daar vaak mee samen. Eerst werk, dan opleiding, is ons uitgangspunt. Werk bieden, met de mogelijkheid tot leren op de werkvloer, is onze finaliteit.

Daarvoor is vertrouwen tussen de partners en het inbouwen van genoeg vrijheidsgraden aangewezen. Er is vanuit het werkveld geen behoefte aan meer controlerende instanties of nieuwe verplichtingen. FeBIO vraagt respect voor de eigenheid van werkervaring en benadrukt de nood aan autonomie. Er zijn grenzen aan de opleiding binnen werkervaring. 1 Dag per week is ongeveer een maximum. Organisaties moeten zelf hun zelf-evaluatietool kunnen bepalen. Kennisuitwisseling met partners als Actiris en VDAB, OCMW’s en binnen het bredere werkveld stimuleren wij volop onder onze leden.

Vertrekken van een emanciperend perspectief.

Aandacht voor kwalitatieve indicatoren van werkervaring vindt FeBIO belangrijk. Een enge focus op doorstroom is misplaatst want er zijn vele factoren in het spel. Het gaat ook om zelfontplooiing, empowerment, persoonlijkheidsvorming, verwerving van arbeidsattitudes en vaardigheden. En vergeet de gerealiseerde maatschappelijke meerwaarde van de producten en diensten niet!

Baita: “Het is volgens ons een illusie om te denken dat wat de organisaties realiseren op het vlak van werkervaring in een meetbaar systeem gegoten kan worden, met een resultaatsverbintenis voor alle deelnemers. De deelnemers komen bij ons terecht omdat de klassieke aanpak niet gewerkt heeft. Onze aanpak moet op maat van de deelnemer worden georganiseerd.” .

Nieuwe rol van de arbeidsbemiddelaars in het mandaat inschakeling

Actiris brengt in de toekomst een niet-bindend advies uit over de projecten binnen het mandaat inschakeling. Actiris doet hiervoor mogelijk beroep op de expertise van VDAB en Bruxelles Formation. Blijven de beoordelingscriteria, bijvoorbeeld m.b.t. de vereisten van de rapportering over het opleidingsplan en de begeleiding van personeel ongewijzigd? De omkaderingsnorm is bijvoorbeeld een meetbaar gegeven dat vandaag geregistreerd wordt. FeBIO vroeg ‘een uniek loket’, zodat alle communicatie over de dossiers via één administratie verloopt. Voorafgaandelijk overleg over eventuele wijzigingen van de beoordelingscriteria is nodig. Gerichte communicatie en instructies kunnen oeverloze discussies over de interpretatie achteraf voorkomen.

Een inclusief beleid en een empathische aanpak van werkzoekenden

De dominantie van de markt en haar spelregels drukken de belangen, perspectieven van het individu naar de achtergrond.[i] Zie Steven Genbrugge in Knack. Ook FeBIO staat kritisch tegenover de intermediairen van de arbeidsmarkt VDAB en OCMW als deze geruisloos plooien naar de eisen van de markt. Mensen bijvoorbeeld labelen als ‘niet-toeleidbaren’ voor personen die ze niet in staat acht een rol op onze arbeidsmarkt te spelen is niet ok. Ook de allerzwaksten kunnen maatschappelijk participeren door bijvoorbeeld meer extra ruimte en duurzame jobs en statuten in de sociale economie te creëren. Door vacatures niet alleen af te toetsen aan de scholing en werkervaring van de werkzoekende, maar competenties als criteria op te nemen, willen arbeidsbemiddelaars een vlottere matching tussen vraag en aanbod realiseren. Men installeert vooral een strenger controle- en sanctioneringsbeleid en vermindert de mogelijkheden om de eerste drie of vijf maanden enkel in te gaan op een job in het verlengde van scholing of werkervaring.

FeBIO heeft oog voor de resultaten van onderzoek die de impact hekelen van het nieuwe dienstverlengingsmodel dat ‘de discretionaire ruimte die de bemiddelaar te veel vrijheidsgraden geeft in verhouding met de operationele doelen, met risico op willekeur in de begeleidings-, controle- en sanctioneringsaanpak’. Er is nood aan een empathische aanpak. De psychologische druk uitgeoefend op werkzoekenden leidt hen weg van intrinsieke doelen en positieve motivaties en leidt naar het verlichten van een plicht-, schuld- of schaamtegevoel. Door uitkeringen in te perken, bereik je niet dat werkzoekenden met een kwalitatieve motivatie deelnemen aan activering in het verlengde van scholing en interesses (zie onderzoek van Liesbeth van Parijs, 2017 over VDAB van HIVA)[ii]

[i] https://www.knack.be/nieuws/belgie/huidig-beleid-van-vdab-en-ocmw-ontmenselijkt-de-werkzoekende/article-opinion-971279.html.

[ii] Interactiestijlen van bemiddelaars en hun invloed op de motivatie en het gedrag van jonge werkzoekenden