Strijd tegen sociale dumping

DSC01982
DSC01981
DSC01975
DSC01983
DSC01985
DSC01980-2
previous arrow
next arrow

De VRT reportage uit 2018  “Pano: Aannemer of oplichter?” kloeg de duizenden jaarlijkse frauduleuze faillissementen aan. In september 2021 rapporteerde VRT over een onderzoek naar sociale dumping in de bouwsector waar 12 mensen werden opgepakt. Een netwerk van Belgische en buitenlandse bedrijven zou veel Roemeense werknemers naar bouwwerven in ons land gehaald hebben. Een twintigtal onderaannemers zouden de slachtoffers aan het werk hebben gezet onder slechte werkomstandigheden. Men nam 14 miljoen euro in beslag.

FeBIO is verontwaardigd. Vanuit de Brusselse sociale inschakelingseconomie, klagen we die wantoestanden mee aan. Coördinatoren en werfleiders in onze organisaties actief in de bouwsector kennen mensen die slachtoffer waren van erbarmelijke werkomstandigheden. Ze belanden soms in situaties waar ze concurreren voor opdrachten met zo’n ondernemers.

Waarop inzetten in de strijd tegen sociale dumping?

De regulering van sociale aanbestedingen is een eerste duidelijke piste.

De reglementering rond tewerkstelling in de bouw kan beter. Bouwprojecten gaan uit van ramingen. Architecten maken die op basis van de ‘Aspen index voor bouwkosten’. Zo’n estimaties vermelden eenheidsprijzen voor zowel alle materiaal en de lonen van een project. Dit vertaalt zich in een percentsgewijze verhouding van de totale kosten. Het percentage gelinkt aan tewerkstelling, het aandeel van de lonen, daar zou men meer controle op kunnen doen. Door hier een verplichting aan te koppelen om correcte lonen uit te betalen. Men kan een vereiste opleggen onder de vorm een tewerkstellingsplan. Daarbij kwalitatieve selectiecriteria hanteren op vlak van de inzet van arbeid met een duidelijke wegingsfactor. Bekijk de offertes. Waar men in verhouding meer VTE voltijds inzet, kan men dit positief beoordelen en laten wegen bij de uiteindelijke selectie. Dit vraagt een uitgesproken engagement van de overheid om prioriteit te geven aan correct betaalde arbeid. Zonder controle van de loonlijsten achteraf van de projecten blijft het een maat voor niets. Voor sociale aanbestedingen geldt een erkenningsvereiste voor de ondernemingen. Dat is een voorwaarde om aan zo’n aanbestedingen te kunnen meedoen. 

Een bijkomend probleem in deze context is dat vzw’s momenteel niet makkelijk een erkenning krijgen nodig voor openbare aanbestedingen. Het gaat van categorie 1-8, van kleine naar grote projecten. De commissie van toewijzingen heeft het daar precies moeilijk mee. Het type ondernemingsstructuur is nochtans niet van belang. Financiële draagkracht, technische bekwaamheid, professionele integriteit kunnen door vzw’s gegarandeerd worden. Van vzw’s weet men dat winst niet primeert. Hoe kan men die hinderpalen wegwerken?  De overheid heeft tevens de mogelijkheid om meer opdrachten uitschrijven voor kleinere projecten. In klasse 1 tot 4 kan men meedoen voor projecten van respectievelijk 135.000 tot 900.000 euro.

Het voorbehouden van openbare aanbestedingen aan sociale economie is een piste. Dit kan via sociale clausules.

Dat impliceert dat er bereidheid moet zijn bij het beleid en lokale overheden om hierin mee te gaan. Men mag daarbij niet te zeer op prijs focussen. FeBIO is voorstander van sociale clausules. Er is ruimte tot verbetering. In de praktijk stelt dit in Brussel nog veel problemen.

Een soort ‘SMART’- systeem uitwerken voor technische sectoren en in de bouw is een opportuniteit. Smart Brussel stelt diensten ter beschikking in tal van domeinen. Juridisch, financieel, administratief, opleidingen, economische begeleiding, coworkingruimten…Smart biedt dus advies, opleidingen en tools (administratief, juridisch, fiscaal en financieel) om autonome werkers bij te staan in de ontwikkeling van hun professionele activiteit. Dankzij het statuut van ondernemer-loontrekkende van Smart verzoent men bijgevolg sociale bescherming en echt ondernemerschap.

Bouwwerven zijn niet te delokaliseren. Dat is een groot voordeel. Het zou onze overheid moeten aanzetten om kansen te scheppen voor tewerkstelling voor laaggeschoolden. Zo verhelpt men een kolossaal maatschappelijk knelpunt. Zoals het tekort aan kwalitatieve jobs voor laaggeschoolden.

Er is dus duidelijk nood aan opleiding in de bouw voor bepaalde specialisaties. Er is veel vraag in de arbeidsmarkt.  De sociale economie kan een grotere rol spelen. Door veel laaggeschoolde profielen op te leiden voor toeleiding naar de reguliere arbeidsmarkt in de bouw (asbestverwijdering, isolatie, metser, timmerman…). Zie de foto’s in slider van een afbraakwerf met sociale inschakeling van Casablanco. Klimaatactie, de inspanningen van onze leden op vlak van energiezuinig wonen, duurzaam renoveren, circulair ondernemen…combineren met inschakeling en duurzame sociale tewerkstelling vormt een mooi objectief.

De sociale inspectie, moet zijn rol spelen. 

Het gaat daarbij niet alleen om meer inspecteurs op de werven. Om verhoging van het absoluut aantal. Inspecteurs moeten behoorlijk opgeleid worden. Ze moeten frauduleuze praktijken leren (her)kennen. Er moet meer maar vooral effectievere controle zijn! De registratiesystemen zoals LIMOSA en DIMONA, checkinatwork, construbadge leveren nuttige informatie. Aanwezigheidsregistratie op de werven zou volgens de vakbonden versterkt kunnen worden door het invoeren van een check-in en check-out. Alsook door de grens van 500 000 euro te verlagen. Dat zijn effectieve instrumenten die informatie kunnen verschaffen. Zo kan men fraude tegengaan. De illegalen die op de bouwwerven werken zijn zelf ook slachtoffer. Het zijn niet alleen buitenlanders, de malafide koppelbazen met de spookbedrijven.