De nieuwe ordonnantie

Documentatie: zie onderaan de pagina

Onze prioriteiten, speerpunten voor de nieuwe ordonnantie blijven : 1. Kwalitatieve omkadering, 2. Duurzame tewerkstelling voor de sterken en de zwakken en 3. Wat te doen met wie niet kan doorstromen? Wij vroegen (zie Korte nota nieuwe ordonnantie federaties 2016) een budgetverhoging. FeBIO pleit tevens voor een Brusselparagraaf over Arbeidszorg in de uitvoeringsbesluiten van het Vlaams decreet werk en zorgtrajecten. Geen erkenning binnen het kader van PIOW maar wel binnen de Brusselse sociale economie (idem voor beschutte werkplaatsen).

De ordonnantie op de Sociale Inschakelingseconomie: Reflecties en Bedenkingen FeBIO

Visie FeBIO op het wetgevend kader

FeBIO is van mening dat het kader dat de ordonnantie creëert, zo duidelijk en “zuiver” mogelijk moet zijn. De ordonnantie zelf is nog relatief vaag: het is nu aan de opstellers van de Uitvoeringsbesluiten om de tekst aan te scherpen. Hoe duidelijker het kader, hoe beter dat is voor sector en voor de resultaten betreffende creatie van tewerkstelling en doorstroming.

De socio-professionele inschakeling is een onderdeel van een bredere sociale economie, waarin ook andere werkvormen een plaats krijgen. De nieuwe ordonnantie kiest voor een definitie, die nog breed en vaag blijft. Termen als “zelfbeheer” en “democratisch bestuur” klinken goed maar moeten met aangescherpt worden. Heldere definities zijn volgens FeBIO de basis van een goed werkend instrument: hoe vager de definitie van sociale (inschakelings-) economie, hoe minder het betekent, hoe minder de waaier aan financierbare projecten beheersbaar is, hoe kleiner de kans op performante inschakeling door de betrokken projecten. Deze UB moeten bijgevolg de definitie transformeren van voetnoot naar toetssteen.

Voor FeBIO ligt de essentie van de ordonnantie in het erkennen en financieren van de inschakelingseconomie. De wetgever moet aan elk project de instrumenten aanreiken waarmee ze zoveel mogelijk mensen aan de slag kan zetten (met doorstroming (PIOW) en duurzame tewerkstelling (IO)) en een kwaliteitsvolle omkadering kan voorzien. Het meervoudige hoofddoel blijft de empowerment, de tewerkstelling, socio-economische mobiliteit en emancipatie van Brusselse langdurig werkzoekenden.

Wij betreuren dat de wetgever kiest voor het instrument van openbare projectoproepen om de wildgroei aan projecten bij onvoldoende overheidsbudget in toom te kunnen houden. Dit is tegengesteld aan de visie van FeBIO, omdat de inhoud van de projecten ons inziens een zaak moet blijven van de initiatiefnemers. Wij vinden dat als de core-business van een PIOW doorstroom is, dat het dan de taak van de overheid is om deze organisatie zo goed en zo efficiënt mogelijk te ondersteunen. De overheid moet de inhoud van de projecten aan de initiatiefnemer zelf laten: door middel van welke economische activiteit mensen ingeschakeld worden is voor de overheid eerder bijzaak. Of we het kanaal gaan opkuisen of fietsen repareren dan wel bomen planten, dat is aan de initiatiefnemer van een vzw, bedrijf of project daarbinnen. De overheid moet gefocust zijn op het vergroten van het potentieel van deze activiteiten om langdurig werkzoekenden te activeren en hen op weg helpen naar een job. Zij moet instrumenten ontwikkelen waarmee de leefbaarheid, het businessplan en het inschakelingspotentieel geëvalueerd en versterkt kan worden.

De projecten en organisaties die binnen deze ordonnantie vallen, moeten worden gefinancierd voor inschakeling en omkadering, en niet voor de dienstverlening of producten die ze ontwikkelen. Het soort activiteit of het thema waarrond een inschakelingsproject werkt is slechts een middel om het doel, inschakeling, te verwezenlijken.

De PIOW is in zekere zin een specifieke, Brusselse vorm van vormingswerk. Voor de IO ligt dit anders daar zij bedrijven zijn en niet gericht zijn op doorstroming – daar heet dat immers “turnover”. Een PIOW die aan inschakeling doet door middel van bouw is geen bouwbedrijf maar wel een inschakelings-, doorstromings- en vormingsorganisatie die mensen klaarstoomt om in de bouw te kunnen werken. Dit is essentieel voor de toekomst van de inschakelingseconomie. De Brusselse overheid erkent deze organisaties omdat zij in hoofdzaak aan inschakeling doen – door middel van een economische activiteit die zowel noodzaak maar ook bijzaak is. De uitvoeringsbesluiten moeten dit ook als dusdanig erkennen.

Zeker met het oog op de toekomst (staatshervorming) en het ontwikkelen van sociale economie activiteiten in sectoren waar de Gemeenschappen bevoegd zijn moet co-erkenning en cofinanciering vergemakkelijkt worden. Indien een PIOW kan rekenen op de klaverbladfinanciering staat ze veel sterker. De Brusselse wetgever moet dit faciliteren. Rendementsverliezen in de sociale economie worden gecompenseerd door federale tewerkstellingsmaatregelen. Het gewest zorgt voor de omkadering. Een ander beleidsdomein zorgt dan weer voor de gecos en artikel 60-ers. Dit is vandaag de realiteit in de Sociale Economie: haast alle organisaties zijn aangewezen op subsidies van een veelheid aan verschillende niveau’s en instellingen.

De leden van FeBIO vinden het tevens normaal dat wordt bijgehouden wat er gebeurt met mensen die een parcours succesvol afwerkten: hebben zij werk gevonden? Zijn ze aan een opleiding begonnen? Zijn ze al klaar om de arbeidsmarkt te betreden? Wij zijn vragende partij (en doen dit al in het kader van samenwerkingen met de VGC) om te inventariseren wat onze resultaten zijn op het gebied van doorstroom en inschakeling. We moeten wel vermijden dat we ons blind staren op de fetisj van de “doorstroompercentages”: als we hierop afgerekend worden, dan is dat wel in strijd met onze uitgangspunten, waarbij emancipatie en empowerment van mensen niet meteen afleesbaar is van het doorstroompercentage. Het is immers inherent aan de zeer moeilijk activeerbare personen die bij ons instromen dat er uitval en falen is: 70% doorstroom halen met een “gemakkelijk” publiek is al niet eenvoudig, laat staan met langdurig werklozen die meestal een multidimensionele problematiek meedragen die verder gaat dan louter geen werk hebben. Desalniettemin hebben wij heel wat succesverhalen te vertellen. FeBIO vraagt om ons niet enkel op 1 doorstroomcijfer te evalueren maar integendeel om degelijke, billijke en valide instrumenten te ontwikkelen die ons kunnen helpen om zo professioneel en performant mogelijk te werken.

We willen ook opmerken dat het doelpubliek (de initiatiefnemers van de PIOW & IO) van de ordonnantie veel belang hecht aan anders ondernemen en aan maatschappelijke meerwaarde creëren. We moeten erop toezien dat de teksten hen die ruimte ook geven.

—-

Ordonnantie April 2012 Dit is de tekst van de ordonnantie zoals gepubliceerd in het staatsblad

Standpunten_amendementsvoorstellen_FeBIO_ordonnantie Dit zijn de amendementen die FeBIO indiende bij de laatste lezing

Uitvoeringsbesluiten_nota_feBIO_18042013 Dit memorandum bevat de opmerkingen van FeBIO bij de lezing van de eerste versie van de uitvoeringsbesluiten