De evolutie naar meer betalende Artikel 60’ers is een feit hoewel nog niet iedereen er mee te maken heeft. FeBIO vroeg zich af hoe de leden, actief in verschillende organisaties in sectoren met uiteenlopende activiteiten, type klanten en business modellen hier tegenover staan.
Uit een rondvraag bij de leden van FeBIO blijkt dat de houding verschilt naargelang
- De specifieke economische activiteit van de organisatie een gunstige rentabiliteit vertoont
- De prijzen die men hanteert gelijk zijn aan reguliere marktprijzen
- De omkaderingsratio ( 1 op 4 tegen 1 op 10 is een groot verschil) en de kostprijs van het specifiek opleidingsverhaal.
- Er een steeds groter wordend financiële kloof is tussen uitgaven voor de sociale dienstverlening en de inkomsten, die gedekt zou moeten worden door een OCMW of derde partij die het verschil bijpast
- Men andere inkomsten heeft die de meeruitgaven kunnen compenseren
- Er een verschil is tussen de noodzakelijke productiviteit voor de functies en de reële productiviteit van de Artikel 60’ers in opleiding, de globale afweging van totaal stijgende kosten tegenover stijgende inkomsten door meer activiteit, inzet met betalende artikel 60’ers
- De mate waarin minder-productiviteit’ van werknemers wordt gecompenseerd door subsidies
Vooral voor dienstverlening met een sociaal aspect (sociaal restaurant met een cliënteel van armen, sociaal vervoer, hulp aan bejaarden, sociaal klussen,…) is betalen een probleem. Bij socio-culturele en/of welzijnsorganisaties wordt doorgaans geen winst gemaakt en worden overschotten gebruikt om meer te geven aan of meer te doen voor (en met) de klanten/clïenten. Een nadeel en een voordeel, er wordt van uitgegaan dat tekorten eventueel worden bijgelegd door de overheid (OCMW of derde partij). In de huidige conjunctuur is dit in Brussel echter vaak niet het geval. Deze organisaties moeten de integrale werkelijke kosten van de sociale dienstverlening kunnen recupereren. Bij meer stijgende kosten dreigt hun verhaal van sociale dienstverlening stil te vallen.
Wij doen aan sociale dienstverlening, met een dienstverlening aan financieel kwetsbare personen. De personen in dienst krijgen vorming, opleiding en omkadering. Er is geen ruimte om extra personeelskosten te dragen. Aksent
De ene ‘Artikel 60’er’ is de andere niet…
Objectieve gegevens zoals genoten opleidingsduur, duur van de werkloosheid, aangevuld met individuele profielkenmerken kunnen toelaten om zwakke, gemiddelde en sterke profielen te identificeren. Ook dit gegeven speelt een rol.
Onderprestatie, complexe en moeilijke attitude van sommige Artikel 60 kandidaten. Soms dienen wij haast bovenmenselijke inspanningen te doen om een doelgroepwerker Art.60 een persoonlijke begeleiding te geven. Sommigen vragen zoveel energie van ons omkaderend personeel dat wij een bijkomende begeleidingspremie zouden moeten kunnen claimen. Beeldenstorm
Enkele vaststellingen: Artikel 60’ers zouden in regel gratis moeten blijven voor de sociale inschakelingseconomie, dat blijkt een verzuchting te zijn die naar voor komt uit de rondvraag. Enkel per uitzondering mogen zij betalend zijn en nadat men nagaat of een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Wij moeten waarschuwen voor de onbedoelde negatieve neveneffecten van nog meer betalende Artikel 60’ers.
Van de bevraagden ziet 72% meer betalende Artikel 60’ers als een bedreiging voor het voortbestaan van de organisatie! Bekijk hier de antwoorden op een reeks uitspraken die werden voorgelegd.