Op uitnodiging van Marja Allaerts van Tracé Brussel bezochten we op 29 oktober met een aantal leden Bert Boone van Compaan in Gent. In Vlaanderen werden de werkervaringstrajecten hervormd. Het maatwerkdecreet sloopte de muren tussen de verschillende werkvormen en zette één beleidskader in de plaats. De regelgeving voor beschutte en sociale werkplaatsen en invoegbedrijven werd vervangen door één nieuw maatwerkdecreet. De financiering vertrok niet meer van forfaitaire subsidies voor ondernemingen, maar werd berekend op basis van de afstand die een werknemer heeft tot de arbeidsmarkt en aan de nood aan begeleiding. Een harde neoliberale politiek van vermarkting is aan de orde, met negatieve tewerkstellingseffecten, ook in de socio-culturele sector. Een bruuske en plotse vermindering van subsidies als resultaat van deze ontwikkelingen gaf bij Compaan aanleiding tot drastische koerswijzigingen en radicale oplossingen. Men besliste om mee te stappen in een totaal ander verhaal. Een verhaal geschreven door de Ministers Philippe Muyters en Liesbeth Homans…
Vermarkting is de onontkoombare? realiteit. De VDAB is voortaan de ‘arbeidsmarktregisseur’, die kandidaat werkzoekenden ’inschaalt’ en een score geeft op een ‘participatieladder’ die de afstand tot de werkvloer weergeeft. Een heel nieuw vocabularium ontstond hier voor de sociale sector. Geld voor opleiding en begeleiding van bijvoorbeeld 5000 mensen wordt door de overheid (VDAB) via aanbestedingen ter beschikking gesteld. Dit gebeurt middels een ‘tenderbeleid’ waarbij men vaste bedragen per begeleiding biedt, gekoppeld aan bepaalde kwaliteitseisen en resultaatsverbintenissen op het vlak van uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. In 2014 was er bijvoorbeeld de tender ‘Intensieve Begeleiding en bemiddeling naar werk (TIBB3)’, de ESF projectoproepen ‘Doorstroom sociale economie’ en ‘Werkinleving voor jongeren’ etc. Op zo’n tender kan men al dan niet inschrijven om mee te dingen naar de opdracht. Compaan speelt het spel vaak mee, samen met de werkplekarchitecten. Als er een tender is, zal dan één van de werkplekarchitecten (één van de organisaties) als aannemer en promotor indienen, en zijn andere organisaties (werkplekarchitecten) partners in het samenwerkingsverband. Zo’n opdracht bestaat dan uit een zogenaamd ‘all in package’ en wordt vaak binnengehaald tegen scherpe prijzen. En er is concurrentie. De sector verandert en past zich aan, zoekt creatieve uitwegen om in deze constructies op een slimme manier samen te werken, ook met reguliere bedrijven.
Bert Boone lanceerde de werkplekarchitecten (waarbij onder één naam, een hondertal zelfstandige niet winst gedreven organisaties die lid zijn ‘begeleiding op maat bieden’ (doorstroming, werkplekleren). In Brussel maken Kopa Landelijke secretariaat, Groep Intro, Job-Link en Jes deel uit van de werkplekarchitecten. De uitdaging is voldoende ondernemingen te vinden die hun werkvloeren willen openstellen voor werkervaring op te doen, men wil samenwerken met bedrijven. De werkplekarchitecten zijn erkend door ESF-Agentschap Vlaanderen als promotor en partner van tijdelijke en innovatieve projecten.
Sterpunt inclusief ondernemen (voorheen Steunpunt Lokale Netwerken) ondersteunt de werkplekarchitecten voor werkgevers en personen met kwetsbare arbeidsmarktposities, doet aan ledenwerving, intervisie en vorming, spreekbuis, het beter en sneller meten van de maatschappelijke impact. Het ontwikkelt innovatieve methodieken voor werkplekleren, opleiding en coaching. Het versterkt de partnerships op Vlaams, regionaal en lokaal niveau om de inclusieve arbeidsmarkt vorm te geven. Voor het Sterpunt inclusief ondernemen, vraagt Bert Boone of er interesse is bij FeBIO om samen te werken.
Men zoekt bij Compaan naar meer efficiëntie in de begeleiding. We bezochten de bakkerij, de schoonmaakafdeling, een lunchruimte, een vergaderruimte met cafetaria-winkeltje. De lunch ging door in het centrum, een vegetarisch restaurant waar het brood van Compaan verkocht wordt. In het leerproces bij Compaan focust men op de vijf kerncompetenties die iemand moet kennen voor een bepaalde functie, beroep op de reguliere arbeidsmarkt uit te oefenen. Rentabiliteit is belangrijker geworden, men is er in geslaagd op korte tijd meer middelen uit de markt te halen en minder afhankelijk te worden van subsidies. Er wordt brood gebakken, maar men leert geen 10 verschillende ’toertjes en pateekes’ meer maken. Het gaat er aan toe als in een echte professionele bakkerij met een zekere schaalgrootte.
‘Activeren’ is hier de boodschap, er bestaan geen doelgroepen meer, men gaat voor ‘inclusieve tewerkstelling’. De Werkplekarchitecten hanteren een charter ‘inclusieve tewerkstelling’. Een bedrijf dat zich engageert mag het embleem inclusieve onderneming dragen.
‘Social impact Bonds’ is nog een stapje verder, de overheid investeert maar neemt geen risico’s. Die worden overgedragen aan de privé. Ook deze term werd door Bert gebruikt (ter illustratie van de praktijken waar men zoal in Vlaanderen mee bezig is, denkpistes). Bert meent dat SIB’s in de volgende jaren opgang zullen maken). Het systeem van SIB (Social Impact Bonds) is een innovatief mechanisme voor de financiering van sociale projecten en doet hierbij een beroep op particuliere beleggers. SIB’s werken volgens een betaal-voor succes-mechanisme. Privé investeerders financieren preventieve interventie programma’s door een sociale dienstenleverancier en de overheid betaalt enkel terug als het programma slaagt. In de praktijk is er een sociale investeerder die de lancering van een innovatief sociaal programma financiert, een operator (instelling, vzw) die de sociale diensten levert, er is een welomschreven doelgroeppubliek, een onafhankelijke evaluator van de resultaten die het succes van de operatie meet en de publieke partner die terugbetaalt als de objectieven worden behaald. De partners zijn contractueel aan elkaar gebonden. De betalingen zijn een functie van de kostenbesparingen bij de overheid en de extra inkomsten die dankzij het programma gegenereerd worden. Een belangrijk voordeel is dat de risico’s weg van de overheid en naar de private investeerders overgeheveld worden. Een SIB kan een goed platform zijn om innovatieve sociale interventies op te starten.
Als het regent in Vlaanderen druppelt het in Brussel…… De eerste Social Impact Bond in België , ‘Duo for a job’ was trouwens een initiatief van Actiris, Duo for a Job en Kois Invest. Dit was een mentoring bij het zoeken naar werk van jongeren met een immigratie-achtergrond door ervaren senioren. De context in Brussel is er één van grote jeugdwerkloosheid. Actiris is zeer geïnteresseerd in dit projet omdat er in de hoofdstad een grote demografische druk bestaat, het budget onder druk staat en zij hun middelen willen optimaliseren. Nieuwe praktijken zijn altijd leerzaam! Misschien een goed idee voor een workshop.