In tijden van crisis kijkt men naar de sociale economie omdat ze echte alternatieven biedt en crisisbestendig blijkt. In Brussel swingt de armoede de pan uit en marginaliseert men een deel van de bevolking. Hoe valt dit tij te keren?
Analyse van de groeiende ongelijkheid
‘De Stilstand in het verhaal van sociale ongelijkheid komt samengevat door Bea Cantillon [1] (1) door een scheve verdeling van jobs over huishoudens; (2) een trage groei van de lonen aan de onderkant; en (3) de erosie van de sociale bescherming voor werklozen en leefloontrekkers.
Dit houdt verband met grote en diepgaande structurele veranderingen: de opkomst van de nieuwe economie en de technologische vooruitgang, toenemende migratiestromen en globalisering, individualisering en de emancipatie van de vrouw. De uitsluitingsmechanismen die hieruit voortvloeien treffen vooral mensen met een lage scholing. Zij vinden moeilijk de weg naar de arbeidsmarkt en hun lonen staan onder druk. (….). Naast sociale investering in onderwijs en activering naar werk moet worden gewerkt aan een betere sociale bescherming, een betere inzet van de sociale overheidsuitgaven, een bredere financieringsbasis en een grotere rol voor het brede middenveld en sociale innovatie’.
FeBIO onderschrijft deze analyse en ziet een grotere rol weggelegd voor de inschakelingseconomie als een hefboom voor meervoudige maatschappelijke winst via jobs, diensten en producten.
Werkervaringstrajecten zijn belangrijk op het continuum opleiding-werk omdat ze competentieverhogend werken op 3 domeinen: psycho-sociaal, arbeidsattitude en technisch (professionele opleidingen in diverse sectoren). Het succes wordt daaraan afgemeten. Via een werkervaringstraject streeft men naar doorstroom zowel naar de arbeidsmarkt als naar de samenleving. Brussel telt 4582 sociale ondernemingen met 102503 werknemers. [2]In 2005 waren er 27 gefinancierde inschakelingsondernemingen, in 2016 al een honderdtal waar zo’n 1507 erkende doelgroepmedewerkers aan de slag zijn.
Aandacht voor de knelpunten van Brussel waar 1 op de 4 kinderen opgroeit in een gezin waar niemand werkt!
Er waren in het BHG in april 2016 98.521 niet werkende werkzoekenden, de werkloosheidsgraad in de regio bedraagt 18%. De werkloosheid in Brussel daalt maar die verbetering moet gerelativeerd worden. Philippe Van Muylder, secretaris generaal van de Brusselse FGTB nuanceert. Volgens hem zijn één derde van de jonge werkzoekenden (-30 jarigen) die de diensten van Actiris hebben verlaten uitgeslotenen uit de werkloosheid en niet ‘nieuwe werkenden’. Maar twee andere derden zouden wel werk gevonden hebben, hetzij werk van korte of lange duur. In Brussel vindt slechts 25% van de mensen werk na een Artikel 60 contract, In Vlaanderen is dat 75% en in Wallonië 50%.[3] Zo’n 5527 personen werd in het BHG in 2014 via een Artikel 60-contract aan het werk gezet. Dat is slechts een fractie van de pakweg 58000 mensen die hiervoor potentieel in aanmerking komen. In Brussel bedraagt het aandeel gerechtigden op het leefloon (Ll) en equivalent leefloon (El) 5,7% op een totaal van de werkende bevolking van 18-64 jaar in 2015. Dat is dubbel zo hoog als in Antwerpen of Gent[4]. 17% Van de asielzoekers, erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden is niet of zwak gealfabetiseerd. 47% Van hen heeft geen diploma of enkel een diploma lager onderwijs[5]. Dat vormt een bijkomende actuele uitdaging voor Brussel dat een deel van deze vluchtelingen gaat opvangen. Er bestaat immers een mismatch op de arbeidsmarkt met een enorm aanbod aan laaggeschoolden en een structureel tekort aan dit soort jobs.
Ook hooggeschoolde buitenlanders stromen toe, als nieuwkomers naar de sociale economie. Verpleegsters bijvoorbeeld die niet over een Belgisch erkend diploma beschikken. Zij concurreren met laaggeschoolde Brusselaars om toegeleid te worden naar laaggeschoolde jobs, uit noodzaak. Het zijn vaak goede werkkrachten. Meer algemeen worden we dagelijks geconfronteerd met werknemers die ’teveel werkervaring’ voor het type van contracten (GECO, SINE etc) hebben maar die toch geen werk hebben in de reguliere sector en zich tevergeefs aanbieden.
Voor de Brusselse werkgeversfederaties in de sociale economie, FeBISP, FeBIO en FIAS/ACFI is deze context de aanleiding om de definitie van de ‘doelgroep’ in het kader van onze aanbevelingen aan het kabinet voor het schrijven van een nieuwe ordonnantie betreffende de erkenning en financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid anno 2016, te verruimen en in te zetten op duurzame jobs.
Brussel zit door de staatshervorming in een lastig parket. Een bredere financiering vanuit welzijn, en gezondheid in sociale dienstverlening en armoedebestrijding is noodzakelijk. Federale budgetten inzake milieu, emancipatie…moeten de weg naar Brussel vinden. Brussel kan de problemen niet alleen aan, de rand en het Vlaams en Waals Gewest moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en afstemmen. Een gekruist beleid is nodig waarbij welzijn, jeugdwerk, onderwijs en vorming meer betrokken kunnen worden voor een gestroomlijnde overstap van onderwijs naar arbeidsmarkt waar vele Brusselse werkzoekenden mee geconfronteerd worden’. [6]
Vijf tips voor een nieuw economische project voor Brussel en een sterk beleid dat inzet op duurzame tewerkstelling en de sociale economie
- Combineer economische ontwikkeling met een gegarandeerd aanbod aan opleidingstrajecten. Het uitbouwen van de verschillende types opleidingen en positieve doorstromingen naar de kwalificerende opleiding, dat niet gepaard gaat met economische ontwikkeling, dreigt de draagwijdte van de kwalificerende opleiding af te zwakken en de selectie van degenen die de opleiding hebben gevolgd, te verstrengen[7].
- Mik niet alleen op doorstroom! Creëer een economische en sociale context waarin voldoende arbeidsplaatsen tot stand komen. Stimuleer jobcreatie in de zorg, vergrijzing en maatschappelijke dienstverlening. Maak langdurige tewerkstelling voor bepaalde profielen mogelijk binnen de sociale inschakelingseconomie. Zowel privé als overheid draagt een verantwoordelijkheid. Subsidieer laaggeschoolde arbeid, investeer in werk in de social profit en in de sociale inschakelingseconomie.
- Gebruik in de strijd tegen de werkloosheid meer sociale clausules in de aanbestedingscontracten van de overheid in Brussel.
- Faciliteer het doorrekenen van kosten voor sociale prestaties geleverd door organisaties (bijvoorbeeld sociaal vervoer van gehandicapten) aan de OCMW’s (en voorzie vergoedingen uit budgetten van welzijn en gezondheid,…). Dit verruimt de financieringsbasis van de sociale inschakelingseconomie. Maak budgettaire schattingen voor de directe en indirecte positieve effecten van investeringen in werk die opbrengsten genereert in verschillende andere domeinen zoals welzijn, gezondheid, criminaliteit , onderwijs.
- Breng samen met de sector doorstroomcijfers kwantitatief en kwalitatief in kaart. Identificeer sterke en zwakke profielen om te differentiëren in de begeleiding/opleiding al naargelang de complexiteit van de doelgroep en toe te leiden naar ‘passende’ arbeid of trajecten.
FeBIO gaat voor duurzame en passende tewerkstelling voor iedereen. Cf de Universele verklaring van de rechten van de mens Artikel 23: Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Enkel een betere inkomensherverdeling geeft toekomstige generaties kansen!
- [1] Groeiende ongelijkheden waarom precies 4 april 2015 lezing Bea Cantillon
- [2] Cahiers de l’observatoire 12, Etat de lieux de l’économie sociale en 2014
- [3] Cijfers afkomstig van een studie van de RVA in april 2016 meegedeeld tijdens een presentatie georganiseerd door Tracé Brussel door Jean-Luc Bienfet,VSGB
- [4] Armoedebarometer Brussel Aantal en aandeel gerechtigden op het leefloon (Ll) en equivalent leefloon (El) in de bevolking, België, grote steden en Brusselse gemeenten, januari 2002-2015
- [5]Agentschap integratie inburgering februari 2016
- [6] Paasnota 2015 voorstellen aan Actiris van TracéBrussel
- [7] Matthieu VEINSTEIN & Isabelle SIRDEY, Kwalificerende opleiding: doorstroming naar werk voor Brusselse laaggeschoolde werkzoekende jongeren?, Brussels Studies, Nummer 96, 29 februari 2016