Nieuw beleidskader legt de nadruk op doorstroom.

De Brusselse overheid benadrukt dat de finaliteit van het nieuwe dispositief transitie- en inschakelingsbanen doorstroom en inschakeling is, hetzij na een vormende tewerkstelling van beperkte duur of na een langer inschakelingstraject (maximum vijf jaar, behalve voor oudere werknemers), gekenmerkt door aangepast werk aan de individuele situatie. Het verwachte mandaataanvraagformulier bevat vragen die naar doorstroom verwijzen, waarbij de organisatie moet opgeven wie de doorstroomcompetenties (een hele waslijst) aanleert. Men kan de organisatie zelf, of derden opgeven.  OCMW ‘s, de inschakelingsorganisaties zelf, Actiris en andere derden zijn immers op datzelfde terrein actief.  Het is leerrijk om te kijken naar Vlaanderen dat doorstroomtrajecten organiseert onder de vleugels van het ESF. Daar dient een organisatie uit de sociale economie bij de VDAB een mandaataanvraag doorstroom in en wordt zelf gefinancierd voor het individueel doorstroomtraject (4200 euro voor de vier fasen van een individueel traject).

In Brussel zijn er geen ESF-oproepen in het kader van doorstroom en vloeien meer Europese middelen rechtstreeks naar Actiris. Het kersverse Brusselse Coalitieakoord voorziet in een versterking van de Dienst LINK, die een doorstroomfunctie vervult. FeBIO meent dat deze realiteit zich moet weerspiegelen in de verantwoordelijkheden en verwachtingen naar de Brusselse organisaties toe op het vlak van doorstroom. Als er meer verwacht wordt van de organisaties, moeten zij hiervoor extra middelen krijgen.

FeBIO pleit in Brussel al lang voor de mogelijkheid van terbeschikkingstelling van DSP’ers (nu transitiebanen), ten aanzien van derde organisaties met oog op hun betere tewerkstellingskansen. Concreet betekent dit dat onze leden vooral op einde van hun traject DSP-medewerkers kunnen laten werken in een andere organisatie/onderneming. Er ontbreekt echter in Brussel een stukje arbeidswetgeving dat dit toelaat. Bij de FeBIO-leden vallen inspirerende voorbeelden rond doorstroom te rapen. De opgebouwde knowhow kan verder ontwikkeld worden.

Wat gebeurt er in Vlaanderen waar doorstroomverplichtingen deel uitmaken van het maatwerkdecreet?

In Vlaanderen gebeurt de toeleiding voor doorstroom door de VDAB. Een Vlaams doorstroomtraject streeft naar gemiddeld 140 uur begeleiding over 4 fases: Voortraject, Job matching, Stage en Nazorg. Het voortraject, job matching en stage duren samen max. 6 maanden. Nazorg max. 3 maanden.

Het ESF betaalt een vast bedrag uit per opgestarte fase aan de organisatie. Er is een transparante afzonderlijke boekhouding voor doorstroom. De inhoud van de fases controleert men a.d.h.v. een POP (persoonlijk ontwikkelingsplan), tijdsregistratie en inhoudelijke documenten. Die doorstroom wordt in een veilige omgeving gefaciliteerd door een doorstroomtraject dat loopt tijdens de tewerkstelling waardoor als het toch fout gaat terugkeer gewaarborgd is. Criteria om doorstroom te bepalen zijn de persoonlijke situatie van de doelgroep werknemer, de continuïteit op het vlak van de bedrijfsvoering en de mogelijkheid van een duurzame reguliere tewerkstelling zonder ondersteuning in de regio van de woonplaats van de doelgroep werknemer. Positief is de stagemogelijkheid. De subsidie loopt door tijdens het doorstroomtraject, de werkgever kan bij DWSE voor de duur van de stage een verhoging van het loonpremiepercentage tot maximaal 75% aanvragen.

De werknemer wordt vrijgesteld tijdens de werkuren om het doorstroomtraject te volgen en behoudt het volledige loon. Hier vind je de ppt’s over doorstroom op sociale economie.be.

FeBIO vroeg Bert Boone, dagelijks bestuurder a.i. van de Werkplekarchitecten om hun ervaring met dit nieuwe systeem toe te lichten. Bert Boone relativeert. Men is pas sedert januari 2019 gestart, omdat het maatwerkdecreet eerst in voege moest treden. Ondertussen begon de VDAB met de afname van screenings bij de doelgroep medewerkers. 10% Van de populatie die in aanmerking komt voor doorstroom wordt gescreend. De groep die gemotiveerd is om door te stromen, is kleiner dan aanvankelijk verwacht. De prognoses van de doelgroep die in aanmerking komt voor de doorstroomtrajecten zou voor 2020 uit een paar duizend personen bestaan (uit maatwerkbedrijven, beschutte werkplaatsen). Ook in de Lokale Diensteneconomie moet men verplicht doorstromen. Een positief punt is dat de methodiek op punt staat, maar de praktische uitwerking van de terugkeergarantie geeft bijvoorbeeld problemen. Als de doorstroom mislukt, moet de persoon kunnen terugkeren naar de sociale economie. Hoe brengen we dit in praktijk is een actuele bekommernis. De stage die deel uitmaakt van de toeleiding doorstroom (via terbeschikkingstelling aan een reguliere werkgever) betaalt het maatwerkbedrijf.

De vaststelling van deze bottlenecks vormde de aanleiding om een onderzoek te laten verrichten door een studiebureau (type Deloitte of Ernst & Young). De opdracht luidde om de succescriteria en de belemmeringen van het programma in kaart te brengen. De eindfase van het onderzoek is oktober 2019. Bert Boone zit met Sterpunt in een Stuurgroep, die inhoudelijk veelbelovend is. Er is tevens een proefproject in Oost-Vlaanderen, waar men met verschillende actoren uit het werkveld samenzit, om het kader te verbeteren en de inbreng van de verschillende organisaties meeneemt. Reguliere bedrijven missen knowhow, rond coaching, methodiek en begeleiding. Dat is waar de gespecialiseerde actoren uit de sociale economie een rol kunnen spelen. Er is de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), voor de reguliere ondernemers die voor begeleiding dient, maar waar momenteel geen voorwaarden aan verbonden zijn, over hoe dit geld dient te worden besteed.

Een goede piste is mogelijk impulsfinanciering om het bedrijf te ondersteunen en een wettelijk kader te voorzien, zoals voor outplacement. Hierdoor zou doorstroombegeleiding met job coaching op de werkvloer een verplichtend karakter krijgen. Bert Boone meent dat men in Vlaanderen meer zal werken met vormen van collectieve doorstroom, zoals het zogenaamde ‘enclavemodel’. In dit geval krijgt een maatwerkbedrijf een bepaalde opdracht binnen een regulier bedrijf, sluit daar een contract voor af en levert de werkleiders. Dat zorgt voor inclusie, samenwerking tussen de doelgroep medewerkers en andere werknemers op dezelfde werkvloer.