Het is frustrerend voor vele inschakelingsorganisaties om naast de coronapremies te grijpen. De organisaties dragen momenteel het risico van de werking te laten draaien maar de mandatering door de overheid gebeurt in het najaar 2020 en de financiering volgt later dan normaal, er is geen eerste schijf of voorschot. We wachten op beschermingsmateriaal van Iriscare maar dit arriveert vrij laat en niet alle vereiste producten, zoals plexiglas, zijn beschikbaar. Een groter coherent sociaal plan lijkt bovendien nodig.
Er bestaat teleurstelling over het ontbreken van een speciale covid19-premie voor inschakelingsorganisaties actief in de bouw en de klusdiensten, sociaal vervoer… Veel organisaties vallen tussen wal en schip omdat ze toch geen toegang krijgen wegens verkeerde NACE-codes of activiteiten, tot de unieke premie covid-19 die in principe wel toegankelijk is voor inschakelingsorganisaties. Of ze overschrijden de minimis grens van deze maatregel. FeBIO (en FeBISP) vragen de overheid om een complementaire compensatiemaatregel voor de inschakelingsorganisaties uit te werken. Niet onder de minimis maar onder het Europees Temporary Aid Framework. Er is immers een ‘opportuniteitskost’ voor ondernemingen die regelmatig subsidies onder de ‘de minimis’ regeling kunnen krijgen: voor elke euro die ze vandaag krijgen kunnen ze later dit jaar (of in 2021, of in 2020), een euro minder subsidies aanvragen. Veel organisaties komen normaal aan het plafond van 200.000 euro over drie jaar.
De sociale ondernemers overeind helpen is urgent. In Brussel is de situatie en omvang van de groep laaggeschoolden problematisch en de massale armoede bij werkarme gezinnen uitzichtloos. De kinderen die hier slachtoffer van zijn hier heten niet Dylan, maar Mustafa en Rachida…. De coronacrisis discrimineert… en kleurt het plaatje nog wat donkerder. Ook veel werkervaringsprojecten houden de deur nog op een kier en het kwetsbaar doelpubliek lijdt hieronder.
Een groter sociaal plan is opportuun
De verenigingen van steden en gemeenten (o.a. Brulocalis voor Brussel) zijn de federale overheid dankbaar voor 15 miljoen extra die ze kregen, maar pleiten voor een groter sociaal plan, vergelijkbaar met een economisch relanceplan. Een goed idee. Er zal meer nodig zijn om op korte en langere termijn de stijgende nood bij een steeds groter deel van de bevolking te lenigen. Het OCMW zorgt voor inkomensoverdracht, maar ook voor dienstverlening via integratie van doelgroepmedewerkers op de werkvloeren van inschakelingsondernemingen.
Samen met haar partners in inschakeling vangen de OCMW’s de klappen beter op, moeten we een veilige opstart verzekeren (en hiervoor voldoende beschermingsmateriaal krijgen). Bijsturing zal nodig zijn, weg van het strikte activeringskader, in Brussel opgelegd door Actiris, richting meer duurzame tewerkstelling in deze periode voor de allerzwaksten die totaal niet meer aan de bak komen. Te vrezen valt dat een nog groter deel van de sociale zekerheid (gebaseerd op rechten en bijdragen) bij de sociale bijstand (gebaseerd op sociaal onderzoek, voorwaardelijk) terechtkomt.
De Brusselse inschakelingseconomie verdient het om een plaats krijgen in een groter sociaal plan, de gewestelijke versie dan. Door de overheid gesubsidieerde tewerkstelling bij een organisatie zonder winstoogmerk is een bewezen recept. Bij het ontwikkelen van economische activiteiten vertrekt men vaak van blinde vlekken op de markt waar er volgens de private sector onvoldoende winst te rapen valt. De middelen van de overheid vangen een rendementsverlies op en vergoeden de omkaderingskosten. Met haar inkomsten vult de organisatie de subsidies aan tot een volwaardig loon voor haar medewerkers. Zo wordt bespaard op werkloosheidsuitkeringen of andere toelagen. De betrokken werknemers krijgen een echte job. De maatschappelijke meerwaarde is reëel, men krijgt diensten, zoals fietsherstelling, poetshulp, sociale restaurants, of producten (schrijnwerkerij).
Die organisaties dragen bij tot een economische, sociale en ecologische transitie, naar een meer duurzame economie en zijn actief in de stadslandbouw, duurzame scholenrenovatie en bouw of op het vlak van mobiliteit.
Voorzie meer posten sociale economie (en budget).
Verhoog de contingenten Artikel 60 voor de erkende en gemandateerde sociale inschakelingsonderneming, waarvoor de Brusselse OCMW’s een verhoogde staatstoelage ontvangen als werkgever. Verdeel de kosten en baten van zo’n globaal sociaal plan evenwichtig over het federale en regionale niveau. Creëer meer jobs voor praktisch geschoolden.
Overheid, wees niet bang om voluit in het onbenut economisch potentieel van de fragiele bevolking te investeren. ‘Do the right thing!’
Miljarden investeren, als we het nu niet doen is gegarandeerd een veelvoud aan geld later vereist. Esther Duflo.
Esther Duflo, de jongste nobelprijswinnares Economie over wat regeringen moeten doen in deze Covid-crisis en om er uit te raken. ‘Miljarden investeren, als we het nu niet doen is gegarandeerd een veelvoud aan geld later vereist. Regeringen moeten lenen op kosten van de toekomstige generaties, zo simplifieert men de crisis, de snelheid van de interventie is cruciaal, het levenspeil van de meest fragiele bevolking op peil houden. Regeringen zijn er om dit te doen. Prioriteit nummer 1. De meest kwetsbare huishoudens ondersteunen, de salarissen zo lang mogelijk en zo lang als nodig betalen tijdens deze crisis. Prioriteit nummer 2. Zorgen dat de bedrijven niet kopje onder gaan, een moratorium plaatsen op schulden. Zo kan men opnieuw vertrekken en is een economische ramp vermijdbaar. Men moet de sociale staat doen interveniëren, die bestaat daarvoor…’. In Le Quotidien op TF1, interview van 7 april 2020. Co-auteur van ‘Good economics for hard times’.