Welkom bij WordPress. Dit is je eerste bericht. Pas het aan of verwijder het en start met bloggen!
Doorstroom. Zeggai Benzerfa ging van Buurtsport naar SERIS en werkt als veiligheidsagent
Zeggai is van Algerijnse origine en 30 jaar oud. Hij behaalde enkel een diploma lager onderwijs. Zijn ouders waren in een scheiding verwikkeld en hij hielp zijn moeder in een moeilijke periode. Daardoor maakte hij zijn studie, het zesde leerjaar secundair onderwijs, niet af. Hij werkte bij Buurtsport als sportanimator en daarvoor als arbeider in een pharmaceutisch labo met een contract van onbepaalde duur maar hij bleek allergisch voor bepaalde chemische producten en moest hier mee stoppen. Ondertussen werd hij veiligheidsagent bij SERIS. Lees verder

Doorstroom. Ahmed Boukhari werd na veel omzwervingen werknemer in vast dienstverband bij L’Amourette, in de horeca.
Ahmed is 39 jaar en werd geboren in Marokko. Hij kende een moeilijke jeugd en leefde in Brussel een lange tijd op straat. Dankzij een werktraject bij EAT, ontwikkelde hij zijn talenten en kreeg hij zijn leven terug op het juiste spoor. Lees verder
Analyse van de determinanten van de stedelijke werkloosheid en de evenwichtspolitiek i.v.m het aanbod en de vraag naar werk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Deze studie uit 2013 van Marion Englert blijft zeer actueel, meer bepaald het derde deel waar men de budgettaire kost van de regionalisering bekijkt. Hierin zit een analyse vervat van de politiek van 1. Activatie van het zoekgedrag van werklozen, 2. De verlichting van de kosten op arbeid, vermindering van de patronale bijdragen van doelgroepen 3. De directe creatie van jobs, 4. De dienstencheques. Als Brussel via de vermindering van de patronale bijdragen sterker investeert om meer mensen aan het werk krijgen, verhoogt het zijn uitgaven, maar belangrijke terugverdieneffecten blijven federaal. Deze studie biedt helder inzicht in de beperkte armslag van de Brusselse beleidsmakers en legt een aantal perverse effecten van de staatshervorming bloot. De integrale versie (400 pagina’s) van de studie vind je hier.

Doorstroom. Najat Kenzy en Saadia Benale gaan van Aksent naar l’Aide aux Familles.
Najat, van Algerijnse origine, 37 jaar, verblijft al 14 jaar en Saadia, van Marokkaanse origine, 42 jaar, al 19 jaar in België. Najat werkte 3 jaar als Artikel 60’er bij Aksent. Het was haar eerste echte job op 31-jarige leeftijd. Daarvoor werkte ze in het zwart. Nu werken ze beiden in de thuishulp.

Doorstroom. Mustafa Saaif stroomt door van polyvalent medewerker bij Manus Brussel naar meubelmaker atelier bij NNOF/Your Mover Logistics.
NNOF en Manus werken samen rond duurzame tewerkstelling via een systeem van collectieve doorstroom. Manus levert goede werkkrachten met de nodige vaktechnische en sociale competenties. Tijdens het traject wordt de werknemer begeleid door Manus. Na een positieve eindevaluatie engageert NNOF zich om de werknemer te recruteren. Manus realiseert doorstroom en NNOF bespaart op wervingskosten: een win-win situatie. The Shift nomineerde het initiatief in mei 2016 in het kader van de Sustainable Partnerships Awards. Lees verder
Wat kunnen werkgevers en sectoren binnen de reguliere economie doen om de integratie van doelgroepwerknemers in de reguliere arbeidsmarkt te verbeteren?
Dit is de onderzoeksvraag van de studie ‘Naar duurzame tewerkstelling van doelgroepwerknemers uit de sociale economie in de reguliere economie. Lessen uit 10 unieke organisatiecases, met bijzondere aandacht voor de bouw- en zorgsector’ van Miet Lamberts en Laura Jacobs, HIVA, 2014. De auteurs identificeren een aantal kritische succesfactoren die voor de jobcoaches en iedereen die contact heeft met reguliere werkgevers in Brussel goed om weten zijn. Met een aantal nuttige aanbevelingen om in praktijk te brengen. Lees meer.
FeBIO wil duurzaam werk voor iedereen in Brussel
In tijden van crisis kijkt men naar de sociale economie omdat ze echte alternatieven biedt en crisisbestendig blijkt. In Brussel swingt de armoede de pan uit en marginaliseert men een deel van de bevolking. Hoe valt dit tij te keren?
Analyse van de groeiende ongelijkheid
‘De Stilstand in het verhaal van sociale ongelijkheid komt samengevat door Bea Cantillon [1] (1) door een scheve verdeling van jobs over huishoudens; (2) een trage groei van de lonen aan de onderkant; en (3) de erosie van de sociale bescherming voor werklozen en leefloontrekkers.
Dit houdt verband met grote en diepgaande structurele veranderingen: de opkomst van de nieuwe economie en de technologische vooruitgang, toenemende migratiestromen en globalisering, individualisering en de emancipatie van de vrouw. De uitsluitingsmechanismen die hieruit voortvloeien treffen vooral mensen met een lage scholing. Zij vinden moeilijk de weg naar de arbeidsmarkt en hun lonen staan onder druk. (….). Naast sociale investering in onderwijs en activering naar werk moet worden gewerkt aan een betere sociale bescherming, een betere inzet van de sociale overheidsuitgaven, een bredere financieringsbasis en een grotere rol voor het brede middenveld en sociale innovatie’.
FeBIO onderschrijft deze analyse en ziet een grotere rol weggelegd voor de inschakelingseconomie als een hefboom voor meervoudige maatschappelijke winst via jobs, diensten en producten.
ESF-Oproep Armoede 360 bezorgt Atelier Groot Eiland kopbrekens
Past het voor Brussel -o zo strakke- keurslijfje van deze oproep? AGE zoekt het uit. De afdeling ESF van het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie van de Vlaamse overheid lanceerde deze oproep in maart. Doelstelling is geïntegreerde trajecten naar werk of opleiding met mogelijkheden voor een multidisciplinaire aanpak. Brusselse organisaties met expertise mogen meedoen, maar kunnen enkel begeleiden naar opleiding (de gemeenschapsmaterie). Als iemand werk vindt in Brussel zal dit nu wel mogen meetellen als een positief resultaat maar men was niet bereid het project aan te passen….Armoede in Molenbeek en Brussel bestrijden met Europees geld, het klinkt als muziek in de oren. AGE sleutelt aan een project en wil op 13 mei indienen. Hun aflopende WAW-project is een beproefd recept voor een geïntegreerde aanpak naar werk voor werkzoekenden in armoede; een samenwerking tussen welzijnsbegeleiders, tewerkstellingsbegeleiders, een opgeleide ervaringsdeskundige, basiseducatie en werkzoekenden in armoede.
Betalende Artikel 60 in de inschakelingseconomie
Brussel zit met een gigantische inactieve arbeidsreserve die niet aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt. De OCMW’s kreunen onder de toevloed van mensen die om welke reden dan ook niet voldoen aan de eisen om uitkeringsgerechtigd te zijn. Om deze mensen te activeren werd het concept van de Artikel 60-er ontwikkeld. Dankzij een werkuitkering kunnen deze mensen aan de slag in bedrijven en vzw’s, die hierdoor hun activiteiten kunnen ontwikkelen en tegelijk de ‘moeilijke profielen’ aan de slag krijgen. Het Artikel 60 statuut komt dus neer op het aanreiken van hefbomen om ervaring op te doen en om op termijn een eigen, duurzame en veilige plaats op de arbeidsmarkt te bemachtigen. FeBIO vraagt dat de overheid meer en beter investeert in dit systeem in plaats van erop te beknibbelen.
De begunstigden van een leefloon of sociale bijstand kunnen gebruikmaken van tewerkstellingsmaatregelen die bekend zijn onder de naam « Artikel 60 », in de vorm van een arbeidsovereenkomst tussen de begunstigde en het OCMW, dat werkgever is. Meer dan 400 mensen kregen zo’n contract in 2016 in de Nederlandstalige inschakelingseconomie en kregen een mogelijkheid om een werkervaringstraject (combinatie van werk en opleiding op de werkvloer) te volgen.
De evolutie naar meer betalende Artikel 60’ers is een feit hoewel nog niet iedereen er mee te maken heeft. FeBIO vroeg zich af hoe de leden, actief in verschillende organisaties in sectoren met uiteenlopende activiteiten, type klanten en business modellen hier tegenover staan.
Uit een rondvraag bij de leden van FeBIO blijkt dat de houding verschilt naargelang
- De specifieke economische activiteit van de organisatie een gunstige rentabiliteit vertoont
- De prijzen die men hanteert gelijk zijn aan reguliere marktprijzen
- De omkaderingsratio ( 1 op 4 tegen 1 op 10 is een groot verschil) en de kostprijs van het specifiek opleidingsverhaal.
- Er een steeds groter wordend financiële kloof is tussen uitgaven voor de sociale dienstverlening en de inkomsten, die gedekt zou moeten worden door een OCMW of derde partij die het verschil bijpast
- Men andere inkomsten heeft die de meeruitgaven kunnen compenseren
- Er een verschil is tussen de noodzakelijke productiviteit voor de functies en de reële productiviteit van de Artikel 60’ers in opleiding, de globale afweging van totaal stijgende kosten tegenover stijgende inkomsten door meer activiteit, inzet met betalende artikel 60’ers
- De mate waarin minder-productiviteit’ van werknemers wordt gecompenseerd door subsidies