In tijden van crisis kijkt men naar de sociale economie omdat ze echte alternatieven biedt en crisisbestendig blijkt. In Brussel swingt de armoede de pan uit en marginaliseert men een deel van de bevolking. Hoe valt dit tij te keren?
Analyse van de groeiende ongelijkheid
‘De Stilstand in het verhaal van sociale ongelijkheid komt samengevat door Bea Cantillon [1] (1) door een scheve verdeling van jobs over huishoudens; (2) een trage groei van de lonen aan de onderkant; en (3) de erosie van de sociale bescherming voor werklozen en leefloontrekkers.
Dit houdt verband met grote en diepgaande structurele veranderingen: de opkomst van de nieuwe economie en de technologische vooruitgang, toenemende migratiestromen en globalisering, individualisering en de emancipatie van de vrouw. De uitsluitingsmechanismen die hieruit voortvloeien treffen vooral mensen met een lage scholing. Zij vinden moeilijk de weg naar de arbeidsmarkt en hun lonen staan onder druk. (….). Naast sociale investering in onderwijs en activering naar werk moet worden gewerkt aan een betere sociale bescherming, een betere inzet van de sociale overheidsuitgaven, een bredere financieringsbasis en een grotere rol voor het brede middenveld en sociale innovatie’.
FeBIO onderschrijft deze analyse en ziet een grotere rol weggelegd voor de inschakelingseconomie als een hefboom voor meervoudige maatschappelijke winst via jobs, diensten en producten.